United States or Barbados ? Vote for the TOP Country of the Week !


JERONIMO. Niet langer! GRAVIN. Ach! myn bed... JERONIMO. Wat jaaren hebt gy wel? gy zyt noch fris van leeden. GRAVIN. Omtrent de zestig. JERONIMO. Goed. Wilt vry die tyd besteeden. GRAVIN. Zy doen haar best vry, ’k zal ’t niet steeken laaten, neen, Al zou ik aan ’t Proces myn laatste hemd besteên. JERONIMO. Mevrouw, dit moest gy doen, geen weg is voor u nader.

En sy sou in het geheel ophouden, indien het Oorken soo vast en van sulke kragt was, als het Hert: want daar de tegenoverstaande Spieren in het lichaam gelyk syn, daar is de beweeging der Spieren onopmerklyk, en alles staat in balans, tot soo lang daar een nieuwe determinatie komt, die de eene Spier wat sterker als de andere doet beweegen, en onse leeden alsoo roeren: dat uyt verscheyde oorsaken komen kan; die dese determinatien te weeg brengen.

En verder: »dat daer benevens d' Edele Welgeboren Heere, Heere George van Arckel onze lieve weerden Heere, wiens ziele God genadigh zij, ende met sijne Edele Huys off sloth voors. ter selver tijt mede verbrant is worden en den sesden dagh daer na deser weerelt over leeden, gelijk ook in den voors. brand te niete gegaen ende tot assche gekomen is Zijne Edele huysraat, meubilen, juweelen, boeken, brieven en papieren, als doen op den voors.

"U hebt vizie," zei de droomer met 'n plechtige stem; waarop ze niets terugzeggen durfde. Maar Leeden lachte en trachtte te kalmeeren: "U stelt 't u allemaal veel te erg voor. Natuurlijk streven we er ernstig naar, om iets te praesteeren, maar gewoonlijk komt er toch nog maar zoo weinig van terecht. En u denkt nu, dat u niets te zeggen zult hebben, maar u weet niet, hoe gauw dat oefent.

Gerard Leeden, die, zonder functie, dichter bij de deur zat, begroette Go met groote hartelijkheid, en de dichterlijke Louis Hoefman, wiens sombere, magere kop vreemd naast Gerard's welgedaanheid afstak, bracht groote verwarring door al met stoelen te gaan sleepen, terwijl het voorstellen nog aan den gang was.

En hij praatte nog even zachtjes met de juffrouw in de gang, sprak af met Leeden, dat ze elkaar bij Neerwinden zouden vinden. "Maar je dénkt toch niet?" smeekte Go, in 'n wanhopig verlangen gerust gesteld te worden. "Hij hield toch zoo van al het mooie in 't leven.

Om vier uur kwamen Han en Beerenstijn. Ze gingen tusschen de anderen zitten, praatten met doffe stemmen over "de oude heer, die er zoo kapot over was geweest, dat die twist niet bijgelegd was." "Zijn Leeden en Neerwinden er nog niet met de brieven?" "Nee." "Er zal wel wat voor hém bij zijn. Hans zal 't wel goed gemaakt hebben natuurlijk."

Maar nu riep De Veer, of hij eindelijk ook 's wat mocht zeggen, en ze keerden zich allen verwachtend naar het stralende, opgewonden jongensgezicht, waarin de donkere oogen als zonnetjes flonkerden. "Ik spreek naar aanleiding van den toost van Leeden, en ik heb er niet vooruit over nagedacht en niet klaargemaakt, wat ik wou zeggen " "O, jerum!" zuchtte Hans, "als dat dan maar goed afloopt."

"Het is geen faculteitsvereeniging," vulde Leeden aan, "maar we trachten de superieure elementen uit alle faculteiten bij elkaar te brengen..." "Anders dan genieën worden er niet geduld," verzekerde Elders. "Vooral ook, omdat de verschillende studierichtingen de zekerste waarborg zijn tegen eenzijdigheid," ging de scherpe stem onverstoorbaar voort. "Er ontbreekt in onze vereeniging maar één ding."

"Ik heb nooit 'n straat als de Breestraat gezien.... Dat is nu zoo iets, waar je altijd heelemaal in 't midden moet loopen, met al die groote huizen aan twee kanten ver van je af.... dat geeft zoo'n koninklijk gevoel." De blonde jongen naast haar Leeden geloofde ze, dat Han zei lachte met 'n kort, nerveus lachje.