United States or United States Minor Outlying Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onder alle zonden is de wellust... 'n zeer groote zonde, omdat God het verboden heeft, en omdat alle zonde hier of hier-namaals gestraft wordt... Hoorje 't, Wouter?

Ik meen maar dat de mevrouw van hiernaast gezeid heeft... Gezegd, moeder. Ja, juist... hoorje, Leentje... je mot zeggen: gezegd. Onthou 't nou, en laat ik 't nou niet weêr hoeven te zeggen... en snuit je neus.

God weet welke Paus zyn schrift onder de oogen krygen zou! En zelfs ... welke roover! En de stad-zelf! De stad van Caesar, van Romulus en Remus, van Numa Pomp ... 't is waar ook, waarom heette z'n hoogste onderpatroon: Pompilius? Ja, mannetje, naar Rome! Dat dacht je niet, ? N...e...e...n, m'nheer! Hi, hi, hi, naar Rome! Hoorje wel, Pompile, hy dacht niet dat die brief heel naar Rome ging!

Het "outje" van vrouw Stotter werd opgenomen, en neergelegd aan 't voeteneind op de bedstee in de achterkamer, met last aan de kinderen die daar saamgepakt lagen, de beenen niet uittesteken, om baker's "outje" niet te bederven. Wel mens, cha sitte... ja, dâ's f'rons... 't is tweemaal Leentje, wâ-benje weer... d'r wordt cheskelt, hoorje niet!

"Ei ei," zegt Helmond terwijl hij den luitenant hartelijk de hand drukt. En vragend: "Freule Marie?" "Nummer één van de drie!" rijmt Hardenborg lachend: "Jij bent de eerste die 't weet. Er ons niet op aankijken hoorje. Gelukkig dat ze van avond in 't rose is. Op één na de mooiste! Je ziet dat de liefde me nog niet blind maakt. Je wijfje is een Hebe van avond.

Als Helmond dan volstrekt niet binnen wil komen en in geen geval iets gebruiken, dan moest Kippelaan hem toch nog even de hand drukken, en daar hadt je het lieve leven weer gaande: Helmonds hand dubde nogmaals en sterker dan straks tusschen hemel en aarde: "....en Gods allerbesten zegen, hoorje.... en dat je die prachtige engel in alle opzichten.... en gelukkige reis hoor!

En toen is zyzelf naar den pastoor gegaan om voor my te spreken. En aangenomen hééft-i me! Maar aan de twintig confiteors zat ik vast, hoorje, vast als 'n bliek aan den hoek. Ik hou niet van bliek ... 't is 'n gemeene visch. Nu, er was niemendal aan te doen! Gut, de man was zoo streng ... Maar ik zou je vertellen waarom ik zoo doof ben aan m'n linkeroor.

"O ja," riep Amelie, "dat is lief; ik ken niets aangenamers dan drijven." "Ja!" zei ik, "en dan zullen we alle weelden vereenigen; wij zullen zien wat er in ons mandje overbleef, en wat er in uw gitaardoos is." "Dat is heerlijk!" riepen de dames. "Ja, Amelie, je moet zingen en spelen." "Ja maar, weet je wat," zei Dolf, "ik zal ook zingen, hoorje! Ik ken heerlijke liedjes.

Best juffer." "Hier! Hoor eens Gerritje." "Juffer?" "Weet je wel tegen wie je spreekt?" "Joawel, tegen oe juffer." "Dan zou ik in 't vervolg behoorlijk mevrouw zeggen hoorje; de mevrouw hier in huis is de vrouw van dokter Helmond. Versta je me?" "Joawel, doof bin ik niet juffer, iens geheel niet. Alsdat ik mevrouw Van Oake zou roepen, niewoar juffer?"

Morgen, enfin, ? Ik benij je. Ja waarachtig, als jij het niet was dan zou ik je benijen. Ook in de kerk ? 't Zal zeker vol zijn. Algemeene belangstelling; je hoort van niets anders. 's-Middags op reis niewaar? Zeker naar Zwitserland? Ja ja, je zult het niet aan de groote klok hangen. Nou, van harte van harte hoorje, als je, soms iets hebt, in je absentie.... van harte hoorje, van harte!"