United States or Turks and Caicos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Of verkeeren in uwe oogen de cijfers niet in zoo vele tooverteekenen, welke gij magtig moet zijn, om den staf te zwaaijen, die alle geneugten des levens, alle weelden van den geest ter beschikking van zijnen gelukkigen eigenaar stelt! "Phoe!" hoor ik uitroepen, "alsof er poëzij in den handel school, alsof hij iets van philosofie wist!"

Om ernstig te spreken, hoe zwaar wordt de taak en hoe hard valt de pligt voor de zijnen te zorgen, als het vooruitzigt op eene verbetering van ons lot met de droomen der jeugd verdwenen is, als zelfs de flaauwste hoop ons niet meer prikkelt, schraagt, troost! Het is of de geneugten van den echt, de weelden van het vaderschap in banden en boeijen verkeeren. Wanneer men niet dus gekluisterd ware!

Gansch en al had' weêrgebracht Uit den Acheronschen nacht! Kunt gij zulke weelden geven, Zeegnende Blijhartigheid! 'k Ben bereid Met u te leven. O, sprak in 't eind dit hart niet meer, Nu toch geen hart zich 't mijne wijdt! Maar toch, al mint mij niemand meer, Ik min altijd. Mijn dagen zijn in 't najaarsgrauw, Der liefde bloem en vrucht verdween; De worm, de kanker en de rouw Zijn mijne alleen!

Naarmate uit het geslacht der Mikado's de geestkracht van vroeger week, en deze keizers zich vergenoegden met in hun hof al de weelden en genietingen van hun hoogen rang te smaken, zonder de daaraan verbonden verplichtingen te vervullen; naarmate zij zich van hun volk en de werkelijke wereld terugtrokken, om zich, in het heilig halfdonker van hun paleis, door hunne hovelingen te laten aanbidden: naar die zelfde mate moest ook de klem der regeering, het eigenlijke gezag, in andere handen overgaan.

Ik zweer bij 't hoog tooneel van mijn rechtvaardig leven, Gij hebt uw eigen roê mij in de hand gegeven: Als tegen zijnen heer de slave zich opwerpt, Noodzakelijken moet de roede zijn gescherpt, Het lastig juk verzwaard, de hals hem òverwogen, En zijn hardnekkigheid gebroken en gebogen, De stoute hoogmoed van zijn vleugelen gekort; Hoe 't bedde zachter is, hoe hij veel trager wordt, En hoe men hem meer recht en voordeel zal aanbieden, Hoe hem veel meer te kort zal dunken te geschieden: 't Is weelde, die uw jeugd al lang genoeg verschoont, Best dat men u verdrukt en houdt in de oud' gewoont'; De roede is van den neers en eerst in 't vuur gesmeten, Nu 't langer niet en smart, de striemen zijn vergeten; Gelijk de gladde hengst, die op den stal verkoelt, Zijns heeren sporen niet in lange en heeft gevoeld, Noch toom, noch breidels dwang, alreede kwaad om temmen Te noô laat zijnen heer weêr op den zadel klemmen , Het steigert en het briescht, van weelden ongezond; Nu schort u ook 't gebit van ijzer in den mond, 't Is best, dat men u weêr deez' ziekte doet uitzweeten, En voor een vette sop geeft slagen voor uw eten: Gaat henen in 't gareel, gaat henen, bouwt en slaaft, Ik wil, dat gij den weg van uw vertrek opgraaft .

Het moet toch wel hard zijn, na al de weelden van den troon genoten te hebben, zoo ontzettend diep te vallen; en aan den anderen kant is het recht aangenaam uit dit leven te scheiden met het bewustzijn dat, zoo uwe erfgenamen al teleur zijn gesteld, dan toch uwe ziel van alle smet is gereinigd en der zaligheid deelachtig wordt; daarom geven de koningen, en de kerk behoudt wat zij eens ontving.

Wat gij doorleefde in voeling onuitspreekbaar, geen werk der waereld schoort het of genaakt de hoogten waar voor altijd en onbreekbaar uw ziel haar woonstee maakt. Bóoven de kwaal en de armoe onzer tijden, bóoven 't gevecht om ruimte¯en 't zwoegen om brood, leert gij ons kalm op weidsche weegen schrijden in weelden sterk en groot.

Met een slanke modepop, levende op de grenzen der lichaamloosheid, en daardoor erkend als ideaal van schoonheid, vertoont hij zich in het openbaar, in de opera, bij wedrennen, in badplaatsen en op soupers. En een tweede, toegerust met alle weelden van het erotisch ideaal, vormt den harem van den bezitter en wordt dienovereenkomstig in een met die functie overeenkomende afzondering gehouden.

Lommerrijk zijn de wegen en paden die tot haar voeren; een eeuwige lente tooit de vallei met alle weelden der natuur; de bloemen vervullen de lucht met haar zoete geuren; de wateren der murmelende beekjes zijn vloeiend kristal, als de bronnen in het paradijs.

Ik was niet angstig om te sterven, maar 't zag zoo luisterrijk op aard, als had al 't schoon, dat ik ging derven, zich in één uiterst uur vergaard. Genooten goed, dat ging begeeven, had ik u wel genoeg bemind? Verheeven weelden van het leeven nam ik u dankbaar, als een kind? Wist ik mijn korte leevenswijding te vieren als een heilig feest?