United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zooals bedwongen beweeging tot hitte wordt, daarna tot licht, zoo wordt zijn hartstocht stil en glansspreidend. In sooberheid leeft hij en zeer groote reinheid, door zorgvuldige orde leeft hij dubbel. Geen zuivere vreugde is hem te gering, verheeven is hij door natuurlijkheid. Hij beijvert zich niet goed te doen, hij doet goed zooals 't water omlaag vliet.

Ik ben wel een gezeegend wicht, doch weet dat niet gestadig, maar als ik stil mijn aandacht richt op 't innig zelf, komt steeds het Licht en wijst het mij genadig. Geslingerd ben ik her en der, gedoold heb ik vervaarlijk doch schijnt mij mijn verheeven Ster na elk verdwalen minder ver en 't leeven min bezwaarlijk.

Ik voelde 't aanzijn der mysteriën nauw of, angstbeklommen, teevens hun ontvlien. Sterk spreekt uw stem, gebergte! o sterker dan de stem der zee, die zóó ontroeren kan; maar 't luiden van uw zang is zóó verheeven, en 't rhythme van uw leeven vloeit zóó traag, dat ik onmachtig in beklemming draag 't wigt van uw waarheid, onbewolkt gegeeven.

Ik was niet angstig om te sterven, maar 't zag zoo luisterrijk op aard, als had al 't schoon, dat ik ging derven, zich in één uiterst uur vergaard. Genooten goed, dat ging begeeven, had ik u wel genoeg bemind? Verheeven weelden van het leeven nam ik u dankbaar, als een kind? Wist ik mijn korte leevenswijding te vieren als een heilig feest?

Zoo leeft de vroomwijze met den almachtige in vertrouwd verkeer. Hoezeer verheeven, niemand geringer vertrouwt hij gansch. Vol geheimzinnige leidingen is ons leeven. Onkenbare machten omringen ons met invloeden. Ooveral, ook hier om ons, zijn ontelbare schepselen, Engelen en démonen, heilige en ellendige. Welke dwaas acht zich de hoogste creatuur?

Laat, lieven, allen u verblijen, niet minder vast, niet minder schoon staat in de ziel uw heil'ge woon. Wat valt er nog te schreyen? De Planeet. Blank-glanzende planeet betuurt aandachtig weeder, strak-fonklend en teeder, mijn stillen avond-weg alsof zij weet Gaat hare hooge baan, blij-beezig, zeer verheeven, zelf wel vol moeizaam leeven, doch ziet men 't haar sereenen blik niet aan.

de dieren met hun wonderbaar weezen, elk een schoon raadsel, de geheimen der natuurkracht, zoet om te doorgronden, de eindelooze ruimte vol waerelden, bevolkt met vreemde verbeeldingen. en het heerlijke begrip en de muziek, en elkander O de liefde hebben wij immers! Daarin alleen vinden wij Hem, ooveral waar vreugd zeer heerlijk is en verheeven.