United States or Lesotho ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doch in haar kissebissige haast drentelde ze gauw weêr rond en snauwde ze tegen haar dochter Consuela die haar opgejaagd en verward in de voeten liep; van alle kanten te gelijk kwebde haar mond en zwermden en zwatelden haar hooge woorden; ze schold de oude dienstmeid die werkeloos stond te schemeren in het donker van de gangdeur, voor animala , maar de meid bleef staan, de handen onder het blauwe keukenschort, eventjes geniepig lachend om haar dunne, ingevallen lippen.

Hij liet doorschijnen dat Vere zich te zorgeloos aankleedde en dat het huis er te zwaar burgerlijk uitzag. Hij wierp verdraaide woorden in de gesprekken, die hij gedwongen was met pastoor Doening te houden. Vindt gij ook niet, pastoor, vroeg hij geniepig, dat wij hier een eremijtleven lijden? Ons huis is gelijk een woestijn.

"Als de meisjes nu ook eens zoo deden," barstte Albert weer los. "Zoo heel geniepig, weet je, en dan trouwden met allerlei herinneringen en oude bekenden en geheimen! Welke ideaal-huwelijken zouden we dan...." "En wie wil er nu een lekkeren kop thee?" viel zijne vrouw op eens in. "Ha, ha, ha! Maar man, wat heb je toch voor invallen! Ha, ha!

Een fijne motregen deed geniepig zijn tegenwoordigheid voelen en de lucht helderde soms wel wat op, maar telkens kwamen er nieuwe vlagen. Nu was voor kort de Lambert, toen hij op de heide te Leur opsteeg bij regen, bevreesd voor kortsluiting, wat het gevaar veroorzaakt in de lucht met het toestel en al in brand te... vliegen!

Hebt ge ooit dit vreeselijk werktuig gezien, dat men een pletmolen noemt? Men moet er zich wel voor in acht nemen, 't is een geniepig, wreed ding; zoo het slechts een punt van uw rok vat, gaat ge er geheel in. Deze machine is de ledigheid. Keer terug, terwijl het nog tijd is, en red u! 't Is anders te laat! spoedig zult ge door het raderwerk gevat zijn.

Hier en daar werd nog haastig een kelder met aarde en assche toegestampt, bangelijk en geniepig. De winkelramen waren dicht gemaakt met geel houten planken, andere die haastig nog de luiken voor kregen. Het was tragisch die stad te zien liggen in de angstige verwachting van hetgeen te gebeuren stond.

'O! hij is al verliefd geweest en verbeeldde zich toch een elf te zijn, hi! hi! hi! lachte Pluizer geniepig! 'Neen! beste jongen, dat gaat niet, zei de Dood, 'die dingen zul je bij docter Cijfer wel verleeren. Wie zoekt wat gij zoekt, moet al het andere verliezen. Alles of niets.

Ze lachte hem uit. Ze liet d'r witte tandjes zien, ginnegapte, maar als hij een beweging maakte, was ze weg. Hij werd er wrevelig onder. Waarom dee ze zoo mal? Die bakvisch. Eindelijk, den zesden dag, toen ze wat dichter bij kwam, in de eene hand de koffie, in de andere het bordje met brood, zoende hij d'r geniepig, onverwacht. Ze werd vuurrood van woede. De koffie viel om, plaste op den grond.

Wat dus te denken van een rechtsstelsel, dat den frontaanval: de gedachte tot eigendom te verklaren, niet durft te wagen, en nu geniepig zijn doel bereikt, door te scheiden, wat de wetenschap één verklaart?" Eene onderscheiding te maken tusschen die twee leidt dus tot niets. Doch nauwelijks is deze stelling opgeworpen, of zij wordt weder verlaten.

Maar er was nog een andere ridder, die nooit aan zat en die heette alleen maar Keye. Keye... dat klonk niet sonoor tusschen de Keltisch sonore klanken; Keye, dat klonk geniepig, venijnig; dat was tusschen het dondergerommel als de steke van een wesp: Keye... D