United States or Wallis and Futuna ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Laat dit voor mijne rekening, Mendoza zal op geen Velasco het gewicht zijner gramschap doen vallen; en Don Louis zal zijn broeder met des te meer genoegen omhelzen, wanneer hij verneemt dat de eer des Spaanschen naams door hem gehandhaafd is." "Wel!" sprak Falckestein, hem de hand met warmte drukkende: "ik ga mijn trouwen Beckman voorbereiden; God zegene u en verhoore uw beste wenschen!"

"Hebt gij," vroeg Falckestein, "in de laatste dagen eenige tijding van uwe Huisvrouw bekomen?" "Ja," antwoordde Reede, "doch die was weinig geruststellend. Ik ben eenigszins over haar toestand bekommerd!" "Gij hebt toch," hernam Falckestein op een goedhartigen toon, "geen bijzondere redenen om u te verontrusten?

Gij zijt als een schipper, die, een rijke lading van verre kusten, spijt storm en zeeroovers aangebracht hebbende, die in de haven overboord zoude werpen." "Gave de Hemel, dat ik alles als niet gedaan beschouwen mocht," zeide Ludwig, met een diepen zucht: "dan zou het bloed van den jongen Graaf van Falckestein niet op mijn hoofd wegen."

Daar gekomen hief hij het kind over de borstwering, ruim tien voeten boven de zijgracht, terwijl de twee soldaten, eensklaps toegeschoten, den Graaf, die hem volgen wilde, tegenhielden. "Geen stap verder!" riep Eugenio, "of gij zijt de moordenaar van uw kind!" Falckestein bleef doodsbleek staan.

Velasco bekleedde 's Graven rechterhand, doch in zijn gitzwart oog was geen verwinnaarsvreugde te lezen: hij zag, bijna even somber als Falckestein deed, naar den grond, want zijn edelmoedige ziel had een tegenzin in een overwinning, welke op zulk een wijze gekocht was geweest.

Spoedig liet hij de valbrug uitwerpen en reed met Feurich en twee ruiters de afgezondenen te gemoed. In den anderen herkende Falckestein met afgrijzen den Jezuïet Eugenio, gedost in 't gewaad zijner orde.

Goddank, dat Uwe Genade hier tijdig genoeg is om ons allen uit de verlegenheid te helpen." Aldus sprekende waren zij de ophaalbrug genaderd en het slot binnengetreden. Niettegenstaande zijn geest door het ontvangen bericht weinig tot vroolijkheid gestemd was, kon Falckestein echter den onwillekeurigen lach niet bedwingen, die bij hem oprees op het vreemde schouwspel dat zich hier vertoonde.

Zonder zich te ontzetten, weerde deze hun slagen af en zocht den oever te bereiken, doch de boeren, wien het gelukt was, den vijand overal te doen deinzen, sneden hem alom den pas af en dreigden hem den dood. "Grijpt hem levend!" riep Falckestein: "de schelm moet geen krijgsmansdood sterven. Aan de galg met den vorstenmoorder!"

Hij boog zich even onder 't naderen, en bleef vervolgens voor Falckestein staan, de armen kruislings over de borst geslagen, en een perkamenten rol, waarvan een opengescheurd zegel afhing, in de rechterhand vastgeklemd houdende.

Doch vergun mij, die een krijgsman ben, en bovendien stellig verbod ontvangen heb om immer over godsdienstige punten met ketters te redekavelen, dat ik liefst dien strijd ontwijke." Falckestein boog zich en zweeg, waarmede dit gesprek ten einde liep.