United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op dat wij eindelijk eens mogen triumfeeren In 't land van Canaän, en dat wij uwe wet, Uw offeranden daar, rein, zuiver, onbesmet, En ons beloft voldoen, tot uws naams prijs en eeren. 's Hemels goedheid, die voorhenen Ons voorvaders heeft beschenen, Is hier op 't tooneel herspeeld, En naar 't leven afgebeeld.

Wij vragen dus, bij de eer des naams van hem, Dien gij recht waardig opgevolgd wilt hebben, En krachtens 't Kapitool en den Senaat, Door u, naar gij betuigt, vereerd, aanbeden, Dat gij teruggaat met uw macht, uw volgers Ontslaat, en, als verzoekers past, in vrede En need'rig uw verdiensten spreken laat. SATURNINUS. Hoe fraai maant die tribuun mijn geest tot kalmte!

"Zeker," antwoordde Elinor, zonder te weten wat zij zeide; doch na een oogenblik nadenken liet zij erop volgen, stelliger dan ooit overtuigd van Edward's waarheidsliefde en zijn genegenheid, tegenover de valschheid van dit meisje: "Geëngageerd met mijnheer Edward Ferrars, ik moet bekennen, wat u mij daar vertelt verrast zij zóózeer, dat... werkelijk, neemt u 't me niet kwalijk, maar er is stellig een vergissing in 't spel, een naams- of persoonsverwisseling.

De zachte friesche g van den oud-frieschen form dezes naams Sigurd, verfloeide tusschen twee klinkers al spoedig tot eene j: Sigurd, Si-j-urd, Sjûrd, in hollandsche spelling Sjoerd.

"Laat dit voor mijne rekening, Mendoza zal op geen Velasco het gewicht zijner gramschap doen vallen; en Don Louis zal zijn broeder met des te meer genoegen omhelzen, wanneer hij verneemt dat de eer des Spaanschen naams door hem gehandhaafd is." "Wel!" sprak Falckestein, hem de hand met warmte drukkende: "ik ga mijn trouwen Beckman voorbereiden; God zegene u en verhoore uw beste wenschen!"

En als Hij ook u dan deed komen tot de erfenis der vromen, wien de vreeze zijns naams bekoort, is dan niet juist daarin u een »weldadigheid« bewezen, die in lengte en breedte zeer verre alle andere »weldadigheid« uws Gods teboven gaat? En toch, wie is er, die niet ook voor die weldadigheid den dank in zijn ziel vaak besterven liet, en ophield ook daarvoor te danken?

Ik wil daarom eindigen met u voor te lezen Psalm 23, waarin nu reeds zoveel eeuwen geleden door de Joodse ziener dit onverwoestbare Godsvertrouwen wordt uitgesproken. "De Heer is mijn herder, mij zal niets ontbreken. Hij doet mij nederliggen in grazige weiden: Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om zijns naams wil.

Om ons tot drie er van te bepalen: Boelema, Boelma en Boelsma, Boelen, Boele, Boels, Boelens, Van Boelens, Bulens, Boelsen en Boelings, ook nog, van verkleinformen dezes naams: Boeltjes, Boeltjens en Boelken. Van Fedde komen Feddinga, Feddema, Fedden en Feddens.

Langs het noorden van Azië, langs tot dusver onbetreden wegen, wilde men de landen van het uiterste Oosten bereiken, zonder den vijand te ontmoeten op de verre zeeën, waar nog de schrik zijns naams heerschte. Ja, wel langs onbekende wegen!

Toen hij het patrijs opnieuw opraapte, was het grijze vlies geloken. De noodlottige herinnering is voorbij, en Teun de Jager vervolgt vroolijk het overige gedeelte van zijn weg. Hij heeft wat hij wenschte. De tot instandhouding zijns naams vereischte twee patrijzen hangen op zijn heup. Hij heeft Sijtjes kussen niet verbeurd. Het weder geladen geweer valt hem licht.