United States or Hong Kong ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar uit de burchtzale weêrklonken fanfaren...... En Gawein en Ysabele repten zich langs de donkere muren en torens binnen en de ridder geleidde de princes naar de voettrede van den troon, waar haar vader zat. Want alle baroenen en edelvrouwen en alle de burchtzaten waren daar verzameld en Merlijn stond in het midden der zale. En zeide: Gawein, mijn hooge wigant, wij wachtten u!

Maar Gwinebant, dien avond, bij de roode-rozenstruiken klaagde tegen de starren zijn wanhoop uit als een nachtegaal, die van liefde zal sterven. Ysabele, die hem had zien verwijderen uit de burchtzale, zoo bleek en bedroefd, was hem na geslopen en zij naderde, wit als een engel, in den nieuwen maneschijn. Gwinebant! riep zij. Wat klaagt gij?

Van uit de burchtzale klonken de vedelen en knapestemmen. Gij en moogt niet ijverzuchtig zijn van Gawein, zeide Ysabele, zeer ernstig, met opgeheven vingerkijn. Ik en wil het niet, Gwinebant. Ik heb Gawein harde lief en wil hem geen leed doen en hij darf niet denken, dat ik u meer lieve dan hem. Hij heeft mij harde lief, Gwinebant en hij mag het niet denken...

Er zaten aan de andere tafelen de baroenen des Wonderrijks: er waren hertogen en graven bij en eene hertogin schertste met Amadijs, dien zij bekoorlijk vond, zoo jong en ernstig en zoo lieflijk bijna als een jonkvrouw.... En Gawein, omziende aan des Konings zijde, verwonderde zich wel, vreemd te moede, want al twijfelden alle die gonen, die daar zaten en aten, aan het Wonder, waarvan hun heer de Koning was, er was geen droefenis om hen: zij lachten en dronken en dreven jolijt ende riveel, en Gawein, in zijn geheimste ziel, meende: als het Wonder niet bestond, of niet van machte meer ware, zoû het geheele Rijk toch weldra vergaan!? Zoo als hij meende, dat het Land van Logres, Koning Arturs rijk, lace, vergaan kon, als ten slotte geen Aventure zich meldde en hij zelve niet slagen zoû in de queste.... Maar zulke gedachten schenen niet om te gaan in dier edelen en schooner vrouwen testoyierende hoofden en Gawein, ernstig, verwonderde zeer en plotseling scheen het hem toe, dat twee gevleugelde geniï met omgekeerde, brandende fakkelen, zweefden tusschen de appele-boomen, zichtbaar door de bogen der zale en toen binnen zweefden over de zorgelooze gasten in de burchtzale van den Mirakele....

Ysabele, Ysabele, de oude naam weêrtrilde met een nieuwen klank bij het trilleren der vedelsnaren door Gaweins ontroerde gemoed: Ysabele, Ysabele, zoo jubelde het boven alle die hoofden uit in de verwulfde burchtzale. Ysabele, Ysabele, zoo zouden de engelen zingen in Paradijs om wie hen verlaten had en neêr was gedaald op aard tusschen zegen en regen van rozen en leliën, lelië en roze zijzelve!

Gij moet hem eeren als een ridder en gast van hoogste prise, gij moet hem lief hebben als een zoon en maag, dien in jaren gij niet en zaagt, gij moet hem nooden met ons aan den male, gij moet hem daarna mede doen zitten op hoogste eereplaats in de burchtzale om door vinder met veêler hem toe te doen zingen zijn eigene jeeste, zijn eigenen roman van heldendaden!

En juist wilde ik verlof vragen mijn heere Koning en grootvader den vinder met zijn veêler te doen zingen en spelen in de groote burchtzale, voor alle de burchtgenooten, zingen en spelen van u, o groote wigant vol heerlijke prise, van u, o mijn oom-lief, dien ik nu zekerlijk kussen mag met love en blij riveel!

Ik en vond u niet in de burchtzale, zeide Gawein; waar de burchtzaten in feestelijk deduut te zamen zijn en aan den male, zag ik u met Lancelot zoo zoete spel drijven en samensprake vol courtoisië, dat ik niet en wist wat te denken, o Ysabele! O Gawein, mijn wellieve Gawein, verweet schalks Ysabele; wat verdacht gij mij van courtoisië met Lancelot te drijven!