United States or Romania ? Vote for the TOP Country of the Week !


127 dan hebt gij toch die heete koorts, en het hoofd, dat u pijn doet; en om den spiegel van Narcissus te lekken, niet veel woorden zoudt gij behoeven om u daartoe te nooden." 130 Om ze aan te hooren, daarop was ik gansch gericht, wanneer de Meester tot mij zeide: "Blijf maar staan te kijken, want weinig scheelt het dat ik twist met u zoek."

Hoeveel gezichten, door de Natuur gevormd, blijven onberoerd om ons met hun schoonheid gelukkig te maken? De zorgen, smarten en nooden der wereld veranderen de gezichten, zooals zij de harten veranderen; het is alleen wanneer deze hartstochten slapen en voor altijd hun macht verloren hebben, dat de donkere wolken wegtrekken en de heldere Hemel te zien komt.

Dáárom ook is 't uitstekend, dat aan den Javaan Hollandsch wordt geleerd het best zal hij door de Nederlanders verstaan worden, indien hij zich uitdrukt in hun taal, daarin zijne wenschen, behoeften en nooden vertelt. Maar waarom zou eerst op later leeftijd bij Nederlanders de belangstelling voor Indië worden gewekt? kan dat niet eerder geschieden?

Hoe kan men er aan denken, bij zóóveel jammer en ellende, zóóveel nooden en zorgen, door den rampzaligen oorlog, en dat nog wel tusschen Christenvolken, over de wereld gebracht? Zeker, wie zoo spreekt zou gelijk hebben, als het een feest betrof, waarbij hoofdzakelijk gedacht werd aan pretmaken, met illuminatie en vuurwerk, en allerlei volks- en kinderspelen.

Waarom moest men eten, waarom wilde men den tijd kennen....? En somber en afgemat ging zij de trappen weer af naar de huiskamer, waar nu licht was ontstoken en een gedekte tafel haar wachtte. Maar zijn vriendelijk gezicht zou haar nooit meer welkom heeten en aan tafel nooden.

Daar hij wist, dat zij zeer rijk was, prees hij haar zeer voor haar daden van barmhartigheid en aalmoezen en vertelde haar zijn nooden. Hierop antwoordde de donna: Ik bid U er God voor, indien hij zou ontkennen, zeg hem dan bepaald, dat ik het geweest ben, die het U verteld heb en mij er over heb beklaagd.

Ik moet bovendien aanmerken, dat wy na zes uuren des avonds nooit vuur hadden; wy kenden dan alleenlyk het maanlicht, het welk voor ons eene zeer treurige vertooning maakte. Ik had noch bord, noch schotel, noch lepel, noch vork: de kalebas van eenen Neger vervulde my de plaats van de twee eerstgemelde. Zelden had ik een vork van nooden, en nog minder een lepel.

Soms zegt men zoo wel: »Predik het Evangelie niet te streng, niet te hard, stel het vriendelijk voor en poog te lokkenWelnu, dat geschiedt hier. Hier is niets hards, niet onvriendelijks, maar alles uitlokkend en verleidelijk. Er is een vriendelijk nooden. Er is een roepen naar een feestmaal. Er is een lokken naar een ure van vreugde en heugelijk verblijden.

Ach, lieve Meester, is mijn wederwoord, nu het U behaagt te schertsen, zie ik U wel waarlijk als een, die te lang reeds in den hemel leeft, dan dat hem de nooden der aarde, hoe goed hij ze vroeger ook kende, niet verre en vreemde zouden geworden zijn. Dit was mijn gesprek met den dichter, gij waart het onderwerp, vrienden, zooals ge ziet.

Met een paar woorden was toen alle misverstand opgehelderd. Het vroeger voorgevallene scheen vergeten; weldra had het gesprek geloopen over de rampen en nooden der Italiaansche kerk en over de middelen om daaraan een einde te maken.