United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ysabele naderde den schildknaap. Zoete en schoone knape, zei de princes. Zijt gij krank? Gij en volgt niet uw heer en alle kleur besterft op uwe kaken! Darf ik u bijstaan, lieve Amadijs? Lace, mijn hooge jonkver! zei Amadijs en sloot de oogen. Ja, ik gevoel mij krank tot mijnen toren en zal mijn heere Gawein niet volgen kunnen in zijne queste!

Dan mint een wie hem niet en mint en dan mint eene wie haar niet en mint.... En dan mint eene wie ver is, zoo verre en weet niet wie die verre wel mint misschien.... En de vinders, zeide Amadijs; maken er van een lays en een lied en niet meer, neen, niet meer.... Niet meer, lace, dan een lied en een lays, herhaalde weemoedig Ysabele. Beneden was het vergier leêg en verlaten.

Tot uwe moeie, tot mijne schoone dochter, die heette Ysabele als gij heet, en hij, die wigant, hij voerde haar weg, hij schaakte haar, hij bracht haar verre naar Camelot en, lace, zij stierf, van den kinde in haren schoot en van den vloek haars vaders; zij stierf!

Wonder omhelsde Gawein zeer innig en zeide, dat het zeker de laatste male was, dat hij den dapperen wigant zoû hebben aanschouwd want dat hij zich sterven gevoelde, omdat, lace, het nieuwe Wonder niet meer was van zijn weten. En Gawein sprak hem troost toe, zoo als hij vermocht.

Wat ik kende, is de oude tooverië en, ai mij, de nieuwe toovenaars hebben, wat zij noemen de moderne magië uit gevonden! Weet gij, Merlijn, bij uwen Koning Artur, die is de moderne tooveraar! Ik, lace, en weet niets van zijne conste, die zijn met natuurkrachten bereid, mij en mijnen gelijken nimmer bekend. Merlijn, die verjeugdigt zich, al is hij zoo oud als ik!

Nu weet, lace, de Koning, nog niet en ietwat van deze droeve Aventure! En uzelve, zoo jong en teeder, wage ik niet te vragen alleen te gaan tot Camelot en ook vreeze ik des Konings gramschap voor u, zoo gij hem meldt, dat twee zijner dierbaarste ridderen keytieven waren, verholen voor aller oogen en nu dood liggen, begraven op kerkhove bij de kapelle.

Onderweg hadden zij veel met malkanderen gesproken en hoe vreemd het was, van Wonder en Aventure; zij moesten malkanderen toe geven, dat het door Merlijn gezondene Scaec, waarvan zij allen geweten hadden, allerlei mede gesleept had, tot zelfs Schandekarren en belaagde damoselen toe, lace, tot zelfs Gaweins dood toe!

Zoodat veel hoop Gawein werd gelaten en hij zoo gelukkig leefde aan Ysabele's zijde als hij nooit geleefd had naast wie hij ook had bemind, lace, zelfs niet ter zijde van de eerste Ysabele, dezer tweede Ysabele moeie en dochter Koning Assentijns.

Gwinebant, Ysabele, mijne bruid, minde mij maar zij mint u ook, Gwinebant! Gwinebant, zoo het onzer Koningen wille is, ontvang, Gwinebant, Ysabele van mij, omdat ik stervende ben! Wees haar man, Gwinebant; Ysabele, gij, die ik min als ik geen vrouw minde, wees Gwinebant tot wijf! Ik sterve al hadde ik langer nog wel, lace, leven willen gelukkiglijk!

Gawein, gerezen, volgt, weemoedig om zijne Ysabele, die stierf, den Koning, die zich verwijdert, een arm zoowel om Guenever als om Lancelot... volgt vol gepeize en weemoed om het Aventuur, dat zich beiden laat, tien lange jaren, lace....