Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
In allen gevalle moet men van de Cetaceën aan hem den prijs der schoonheid toekennen." De Zwaardvisschen maken niet alleen op kleine Visschen jacht, maar ook op de reuzen der zee; zij zijn niet alleen de grootste, maar ook de roofgierigste en vraatzuchtigste van alle Dolfijnen. Reeds Plinius noemt den Zwaardvisch een gevaarlijk roofdier.
Als de Walvisch zich in een baai verbergt, loeren de Zwaardvisschen op hem; zij wachten de komst van een voldoend aantal makkers af, om hem als een gevangene in hun midden te nemen en onder ontzettend geschreeuw en gesteun naar de zee te brengen, waar zij onderduiken en hem met hun vreeselijk gebit te lijf gaan."
Zijn voedsel bestaat uit kleine Visschen, Schaaldieren en Koppootige Weekdieren; bovendien vindt men geregeld ook zand in zijn maag; hierom zeggen de Groenlanders schertsenderwijs: "dat hij zonder ballast niet zwemmen kan." De Beloega verschilt door zijne bewegingen en zijn voorkomen in allerlei opzichten van de onstuimige Zwaardvisschen en van de Bruinvisschen.
Naar het schijnt, waren de Zwaardvisschen in vroegere eeuwen meer algemeen verbreid dan thans. De Romeinsche natuuronderzoekers noemen ook de Middellandsche Zee als een deel van het door hen bewoonde gebied; in den laatsten tijd heeft men ze hier echter niet meer waargenomen. Zij bewonen de noordelijke gedeelten van den Atlantischen Oceaan, de IJszee en het noorden van den Stillen Oceaan. Geregeld bezoeken zij de kusten van Engeland, Nederland, Duitschland en Frankrijk. Volgens Van Bemmelen is de Zwaardvisch "meermalen aan onze kusten waargenomen. Een voorwerp is in 1811 bij Ameland op de Engelsche plaat gestrand, één op 15 April 1832 aan de Friesche kust nabij de Zwarte Haan, een wijfje op 30 November 1841 levend aan den Voet der Velzer zeeduinen op eenigen afstand van Wijk-aan-Zee." Het laatstgenoemde exemplaar stelde den bekwamen natuuronderzoeker Schlegel in staat, voor 't eerst een nauwkeurige beschrijving van den Zwaardvisch te geven. Aanvankelijk prijkte het dier "met een fraai, in alle kleuren van den regenboog irizeerend zwart", terwijl het wit door zuiverheid en glans aan porselein herinnerde. Reeds weinige dagen daarna was van dit kleurenspel niets meer te zien; de opperhuid geraakte langzamerhand los; na verloop van een week was het dier door beginnende verrotting geheel misvormd en verminkt. Nu werd het verkocht; een van de vele kooplustigen kocht het voor f
Ook de kracht van de moeder was nagenoeg uitgeput door het gevecht, waarin haar verscheidene diepe wonden aan de borst en aan de lippen waren toegebracht. Toen echter het jong bezweken was, doken de Zwaardvisschen naar den bodem om hun slachtoffer te verscheuren; zij keerden naar den waterspiegel terug met groote stukken vleesch om deze hier te verslinden.
Te midden van dit onbrandbare vuur zwommen vlugge bruinvisschen, die onvermoeide clowns onder het visschenheir, en zwaardvisschen van drie meter lengte, die voorloopers van orkanen, wier vreeselijk zwaard soms het glas raakte. Het was een betooverend schouwspel!
Eenige hechten zich aan den kop van den Walvisch, andere vallen hem van onderen aan, terwijl verscheidene hem bij de lippen aanpakken en onder water houden, of hem, als hij den ontzaglijken bek opent, de tong verscheuren. In de lente van het jaar 1858 was ik ooggetuige van een strijd van drie Zwaardvisschen met een vrouwelijken Grijzen Walvisch en haar jong.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek