Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Als de gelegenheid zich voordoet, wordt de Ziesel ook gevaarlijk voor Muizen en voor Vogels die op den grond nestelen; want hij ontrooft hun niet alleen de eieren, maar overvalt zelfs de volwassen Vogels, als zij niet voorzichtig zijn, brengt ze een paar beten toe, vreet hun de hersenen uit den kop en verslindt ze daarna geheel, met uitzondering van de huid.

Een half uur later kwam de trein aansnorren, de Ziesel schoot in zijn hol, maar bleef met het halve lijf er buiten, liet rustig den trein over zich heen ratelen, kwam toen dadelijk weer te voorschijn en hervatte zijne vroegere bezigheden." Malsche kruiden en wortels, graansoorten, peulvruchten en allerlei bessen, maken het gewone voedsel van den Ziesel uit.

Het voedsel houdt hij zeer sierlijk tusschen de voorpooten vast en eet het op, terwijl hij in half opgerichte houding op zijn achterwerk zit. De schade, die de Ziesel door zijne dieverijen veroorzaakt, wordt alleen dan merkbaar, als het dier zich buitengewoon sterk vermenigvuldigt.

Toch toont hij niet zelden de eigenaardige streken van de Knaagdieren door duchtig te bijten. Als hij goed behandeld wordt, kan de Ziesel verscheidene jaren lang als gevangene in 't leven blijven. Met de Hazelmuis is hij wel een van de aardigste dieren, die men in de kamer houden kan.

"Ofschoon de Ziesel zeer wantrouwig en voorzichtig is," schrijft Herklotz, "geraakt hij toch aan dikwijls herhaalde storingen gewoon, zoodat deze hem ten slotte in 't geheel niet meer hinderen.

Op een Hongaarschen spoorweg ontdekte ik aan het einde van een ten deele in 't puin bedolven dwarslegger, een in den spoordijk doordringend Zieselhol, waaraan ik door den reuk kon bemerken, dat het bewoond werd. Om mij hiervan volkomen te overtuigen, ging ik op de loer liggen, en het duurde niet lang of de Ziesel kwam te voorschijn.

De Ziesel komt voornamelijk in het oosten van Europa voor. Albertus Magnus heeft hem waargenomen in de nabijheid van Regensburg, waar hij thans niet meer gevonden wordt; in den laatsten tijd breidt zijn woongebied zich in Silezië hoe langer hoe verder naar 't westen uit. Voor omstreeks 60 jaren kende men hem daar niet, sedert 50 jaren echter is hij reeds in het westelijk deel van de provincie, en wel in het regeeringsdistrict Liegnitz doorgedrongen en schrijdt vanhier uit verder westwaarts voort. Naar het schijnt, heeft hij van alle verwante soorten het uitgestrektste verbreidingsgebied. Met zekerheid kent men hem als bewoner van het zuiden en midden van Rusland, van Galicië, Silezië en Hongarije, Stiermarken, Moravië en Boheme, Karinthië, Krain. Op de meeste plaatsen, waar de Ziesel zich ophoudt, komt hij veelvoudig voor; soms veroorzaakt hij een aanmerkelijke schade aan den landbouw. Droge, boomlooze gewesten strekken hem tot verblijfplaats, vooral houdt hij van een samenhangenden zand- of leembodem, dus van akkergrond en uitgestrekte grasvlakten. In den laatsten tijd is hij volgens Herklotz, begonnen zich te vestigen in streken, die door spoorwegen doorsneden worden; daar de spoordijken hem het graven gemakkelijk maken, en voor regenbuien eenigszins beveiligen. Deze dieren leven steeds gezellig, maar ieder hunner graaft zich zijn eigen hol in den grond, het mannetje dichter bij de oppervlakte, het wijfje dieper. De kamer ligt 1

De spade brengt het in zijn hol verborgen dier spoedig aan 't daglicht, of de arglistig voor den ingang geplaatste val doet hem bij het verlaten zijner woning de vrijheid verliezen. In dit geval gedraagt de Ziesel zich op een zeer beminnelijke wijze. Hij maakt van den nood een deugd en sluit langzamerhand vriendschap met den hem opgedrongen meester.

Maar de Hermelijnen, Wezels, Bunzingen en Steenmarters, de Valken, Kraaien, Reigers en Trappen, zelfs de Katten, de Rattenvangers en andere bekende verdelgers van Knaagdieren maken ijverig jacht op hem. De Groote Trap o.a. vervolgt den Ziesel met evenveel ijver als behendigheid, doodt hem door een snavelhouw en verslindt hem met huid en haar.

Ook de hand van den mensch is tegen hem; hij wordt vervolgd zoowel wegens zijn vel, als om zijn smakelijk vleesch; men vangt hem in strikken en vallen, graaft hem uit of dwingt hem zijn hol te verlaten door er water in te gieten, enz. Hierdoor wordt aan de sterke vermenigvuldiging van den Ziesel paal en perk gesteld. Het is niet moeielijk den Ziesel levend te vangen.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek