Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
Nadat zij gedurende de secundaire periode een tijdperk van buitengewonen bloei gehad hadden, zijn de zeeleliën in de volgende perioden langzaam achteruitgegaan; toch vindt men thans nog enkele soorten, zooals de comatuliden, de pentacriniden, de bathycriniden e.a.
Enkele zeeleliën waren meer dan een meter lang; de steel van sommige Pentacrinen was meer dan vijftig voet lang. De geschiedenis der zeeleliën begint tegelijk met de geschiedenis der aarde. De eerste rudimentaire vormen zijn verwant met die, waaruit de holothuriën, de encriniden en de zeesterren ontstaan zijn.
En wat zag dat eerste oog, met bulten overdekt? Kleine drijvende weekdieren, nog geen visschen, of kruipende of gewervelde dieren, maar tallooze plantdieren, koralen, zeeleliën, zeesterren. Om zijne vijanden te ontkomen, rolde hij zich tot eenen bal samen en liet hij zich door den Oceaan medevoeren.
Bij de plantdieren merkt men op, dat het beperkte aantal soorten van zeeleliën als het ware wordt goedgemaakt door de buitengewone menigte individuen van den encrinus liliiformis, wier kalkplaatjes dikke en uitgestrekte lagen vormen in de schelpkalk der triasformatie. Thans is dat type in verval. Andere soorten zijn geheel verdwenen. De beroemde trilobieten zijn voorgoed uitgestorven.
Aan de oevers der Reuss zijn de rotsen vol zeeleliën.
De zeeleliën bereiken voor de tweede maal, doch nu voor het laatst, een maximum; van nu af aan gaan zij achteruit. In sommige streken en op sommige diepten vormden zij geheele onderzeesche velden. Zij bezaten gewoonlijk eenen langen rechten steel en eenen kelk, gevormd uit dikke stukken; de armen waren vrij en dikwijls sterk vertakt.
De versteende zeeleliën alleen vormen somtijds reeds uitgebreide steenlagen; in de oorspronkelijke zeeën waren zij buitengewoon talrijk en bekleedden zij den bodem der zee met prachtige levende weilanden.
Wij noemen ook nog de vinpootigen, de nautiliden en de nog zeer verspreide zeeleliën. De dierenwereld uit het devonische tijdperk is dus slechts het vervolg van die uit het silurische tijdperk, maar met eene duidelijke neiging tot volmaking.
Die dieren leefden in koloniën, zoo schrijft de geleerde Zwitsersche natuuronderzoeker, en een zoodanige bank, bewoond door geheele familiën zeeleliën met hare dunne en lange voeten, en die van boven open gaan als eene tulp, terwijl uit de fijn gebeeldhouwde schaal de trilharen uittreden als eene garve losse draden, moeten een prachtig schouwspel opgeleverd hebben.
Alle dierengroepen geraken in verval, ten minste in Europa en in de Vereenigde Staten. De poliepen, de zeeleliën en de stekelhuidigen tellen nog slechts enkele soorten. Bijna alle paleozoïsche armpootigen zijn verdwenen, enkele komen nog voor het laatst voor. Die klasse zal zich niet meer uit haar verval opheffen en altijd overtroffen worden door de buikpootige en koplooze weekdieren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek