United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het waren dus de straaldieren, de stekelhuidigen, de schijfwallen, koraaldieren, ingewandswormen, sponsen en infusiediertjes, die hem zooveel olie in zijn studielampje gekost hadden?

Verscheidene hebben nog geen kop en kunnen zich niet bewegen, evenals de oesters, wier voorvaderen men daaronder vindt; andere hebben eene soort van kop en een begin van een spijsverteringskanaal; maar het voedsel wordt door dezelfde opening ingebracht en verwijderd, evenals bij de stekelhuidigen; nog andere, zooals de wormen, hebben een begin van bewerktuiging, hoewel de meeste zintuigen nog afwezig zijn en zij zich alleen kruipend kunnen voortbewegen, door hunne ringen beurtelings in te trekken en uit te rekken.

Doch de eenheid van oorsprong der gelede dieren is duidelijk aan te toonen. Maar wij moeten niet te snel vooruitgaan, opdat wij met oordeel den gang van zaken kunnen volgen bij die langzame en grootsche ontwikkeling van het leven. Even laag op de trap der organische wezens staan de Echinodermen of stekelhuidigen, crinoïdeën, zeeëgels, holothuriën, enz.

Dikwijls zijn de dieren dezer hoofdafdeeling vijfstralig. De mondopening ligt aan den onderkant des lichaams. De Stekelhuidigen bewegen zich met behulp van in rijen geplaatste voetjes, die kunnen worden uitgestulpt en ingetrokken. Zeesterren, zeeëgels, zeekomkommers. Alle Stekelhuidigen leven in de zee; zeeëgels worden soms in de landen nabij de kust voor bemesting gebruikt.

Alle dierengroepen geraken in verval, ten minste in Europa en in de Vereenigde Staten. De poliepen, de zeeleliën en de stekelhuidigen tellen nog slechts enkele soorten. Bijna alle paleozoïsche armpootigen zijn verdwenen, enkele komen nog voor het laatst voor. Die klasse zal zich niet meer uit haar verval opheffen en altijd overtroffen worden door de buikpootige en koplooze weekdieren.

Men vindt stekelhuidigen, zee-egels, zeesterren uit de silurische periode voortgekomen, en zeeleliën, waarvan men in die periode meer dan vijfduizend soorten kent. De schaaldieren ondergaan merkbare veranderingen; de trilobieten verdwijnen bijna geheel; de schorpioenen nemen toe. De in de lucht ademende dieren worden reeds talrijker.

Konden zij zich niet in de gewijzigde levensvoorwaarden schikken, dan zijn zij verdwenen. Gelijktijdig met de stekelhuidigen komen in de silurische periode de weekdieren en de schaaldieren in grooten getale voor. De trilobieten en de nautiliden met eenen reeds gevormden en tamelijk volkomen kop hebben de overhand. De vooruitgang neemt steeds toe.

Reeds de ouden zeiden, dat de aarde de dochter is van den Oceaan, en terecht. Wij zagen in de lauwe wateren der azoïsche periode het leven te voorschijn treden, in den vorm van eenvoudige organismen, klonters gelei, protisten, afgietseldiertjes, diatomeeën, wieren, bilobieten, chondriten, mosdieren, plantdieren, poliepen, stekelhuidigen, armpootigen, trilobieten, enz.

Om zoo nauwkeurig mogelijk aan te geven, welke dier- of plantensoort men bij eene bespreking bedoelt, vermeldt men naast de Nederlandsche benaming ook den wetenschappelijken naam. Men verdeelt het Dierenrijk gewoonlijk in zeven hoofdafdeelingen, nl. I. Gewervelde dieren, II. Gelede dieren, III. Wormen, IV. Weekdieren, V. Stekelhuidigen, VI. Holtedieren of Coelenteraten, VII. Protozoën.

De devonische periode kenmerkt zich dus door eenen beslissenden stap in de ontwikkeling, door het optreden der eerste gewervelden, de visschen. In de vorige hoofdstukken hebben wij de ongewervelden, plantdieren, poliepen, stekelhuidigen, armpootigen, weekdieren, schaaldieren enz. zien optreden. Van nu af aan worden de wateren ook bevolkt door de visschen, trapsgewijze voortgekomen uit de wormen.