United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vacht is grof; de harige wol wordt voor de bereiding van vilt gebruikt. De dieren van dit ras zijn tamelijk groot, ongehoornd of met kleine hoornen voorzien. Bij de lammeren is het haarkleed echter buitengewoon fijn en wollig.

Ieder voorjaar verliest hij al zijn haar en is ruim drie weken lang van den kop tot aan het einde van zijn' staart als kaalgeschoren. Langzamerhand komt het haar terug; aanvankelijk is het een dun wollig dons van de uiterste fijnheid; later bekomt hij een langen, dikken pels, waarin hij de strengste koude trotseert.

Daar zagen, ze in een wollig nestje vijf jonge konijntjes liggen. Vier er van waren grijsbont, maar 't vijfde was spierwit. Klaas legde z'n pet op den grond en vlijde de beestjes er in. Maar het witje nam hij in z'n handen. »Kijk eens, wat een mooi velletje; en wat een mooie oogen. Zie je wel, dat ze rood zijn?« »Och, wat snoezige diertjes«, riep Nel. Jo zei niets. Maar z'n oogen schitterden.

Dan wendde ze 't hoofd naar 't venster waar de roode vuurgloed op blonk en zij keek hoe de witte vlokjes zoo stil, vlijtig speeldansten, zoo wollig zacht, zonder krijzelen, en licht ronddraaiend als waren 't altijd dezelfde die zonder vallen voor 't vensterruitje kwamen wentelen. De hond lag met den muil op de voorpooten in den rossen glans tegen den heerdschoot en hij zuchtte van de welligheid.

Allen bleven stilstaan op vijftig passen afstand van een half dozijn groote dieren met krachtige horens, die naar achteren gebogen en plat aan het uiteinde waren, hun vacht was wollig, maar verborgen onder lang zijdeachtig haar van licht gele kleur.

De jongen zijn met zwart, wollig dons bekleed, loopen spoedig uit het nest, worden door de moeder bijeengehouden, antwoorden piepend op haar geroep, verzamelen zich dikwijls onder hare vleugels, stuiven uiteen, wanneer zij overrompeld worden, sluipen als Muizen over den grond en hebben zich in een oogwenk zoo behendig verborgen, dat het veel moeite kost hen te vinden.

Petersburger Museum worden deelen van deze merkwaardige lijken bewaard, welke bewijzen, dat de Neushoorndieren van den IJstijd met een dicht, wollig haarkleed bedekt waren en dat hun huid de eigenaardige plooien van de thans levende, tropische vormen miste.