Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 oktober 2025
De kleuren en kleurschakeeringen, van violet tot goud-geel, in het wazige van de onderlucht en aan de randen van wolken en wolkjes, wisselden onophoudelijk tot dat één licht alles overstraalde.
Sint Rombouts stak er boven uit, alsof die oude steenen reus zelf in 't gedrang was gekomen van zijn vechtende en stervende kinderen. De aarde scheen aan den horizont te bewegen en te branden. Immeraan dampten wolken van witten en blauwen rook omhoog waardoor, af en toe, een roode lichtflits gleed en de wolkjes roos begloorde.
Onder 't voortrijden zag hij wel, dat kleine zwarte wolkjes nu en dan de maan hebben befloerst, maar wánneer dat begonnen is.... hij weet het niet.
Wondersnel wisselden zonlicht en schaduw op de boomen, als een telkens opvlammend vuur. Het werd Johannes angstig daarbij te moede; hij peinsde over het boekje, niet recht geloovend, dat hij het heden vinden zou. Tusschen de wolken, veel hooger, ontzaglijk hoog, zag hij het heldere, strakke blauw en daarop teedere, witte wolkjes, fijngepluimd, kalm zich uitstrekkend in onbeweeglijke rust.
Merry, die thans als gesnik klonk, de zachtheid van het jaargetijde, de prachtige hemel vol zonneschijn en wolkjes, de schoonheid van den dag en de vreeselijke stilte der huizen. Want sedert den vorigen avond waren de twee rijen huizen in de Chanvreriestraat twee muren geworden; vreeselijke muren. Gesloten deuren, gesloten vensters, gesloten blinden.
De glanzende wolkjes lagen traag in den hemel van het ééne verre verschiet waar de heuvelen in vage tinteling verliepen, tot het ander; de klare akkerlanden waren rijp en in heete stoving, op sommige grasvelden, waar gemaaid was, rustten boeren in zwaren slaap. De weg liep door dunne boompjes met weinig schaduw. Eindelijk sprak Lugina en vertelde hoe hij ook zijn dochter nog te wreken had.
Het avondt zachtkens, duizend, duizend wolkjes, als fijn blank schuim met glans van parelmoer, betrekken met hun raadselvolle kolkjes in stillen wenk den blauwen heemelvloer, en ik berust. De lichtstem der planeeten drong éven door, met de echo van een woord. Wèl kan mijn ziel den wond'ren zin vergeeten, niet, dat zij 't voor een oogwenk heeft gehoord. Het Gebergte.
Het werd als gisteren weer, zoo'n stil-groot-lichte dag; vaal lila-bruin de hei, die lag te dauwen, vluchtige, stoom-witte wolkjes, op een zuchtje van den wind verstuivend.
Doch de dames voorbij in een wasem van violetten en tusschen de rijen geschemer van witte kinderen, meisjes, serafijntjes in wolkjes van gaas, mistig omsluierd, met kroontjes om de hoofdjes. En een gezeur van stemmetjes; want bij de deuren ook de communiantjes, blozend met neusjes nieuwsgierig onder pimpeloogjes en bedelend allerliefst: "la charité s'il vous plaît."
En de regen veegde de straat, opstuivend met wolkjes in de verte, hangend om de voeten der enkelen die nog gingen en om de stilstaande rijtuigen, als wandelden, als stonden zij in een laag hangenden dauw.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek