Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


De heeren traden binnen en begaven zich naar de tafel voor het tweede ontbijt, waarop zes verschillende soorten van wotki en even zooveel verschillende soorten van kaas, kaviaar, haring en conserven benevens borden en wittebrood gereed stonden.

Broodpudding II. Wittebrood, waarvan men de korst heeft afgesneden, wordt aan dunne sneedjes gesneden, met boter gesmeerd en in een platten vorm gelegd. Afwisselend legt men een laagje brood en een laagje goed gewasschen krenten en rozijnen. De bovenste laag moet natuurlijk brood zijn. Men kan de vanillesaus ook vervangen door een melksaus of een vruchtensaus. Chocoladepudding.

De in de derde klasse vertoevenden moeten het eten in haar kamertjes afzonderlijk gebruiken, die in de tweede klasse, alsook die in de eerste, eten met haar klassegenooten. In de eetzaal van de tweede klasse stonden twee lange, helder geboende tafels, aan beide zijden lange rijen stoelen. Op iedere plaats stond een bord en er lagen een mes, vork en een plak wittebrood naast.

Men weekt evenveel wittebrood, zonder korsten, in vleeschnat, drukt het wat uit, en roert het door het vleesch met notemuskaat, zout, nagelen, en eene uije, die in boter gebraden, en daarna door eene zeef is gewreven. Men stopt dit mengsel niet al te vast in de darmen, en deze worst eet men versch, even in boter opgebakken. Zwoordworst.

Men neemt op 5 k. water 7 1/2 o. witte suiker, kookt dit een half uur, onder zorgvuldig schuimen, en giet het in een open vat. Als het bekoeld is, besmeert men eene snede wittebrood dik met gist, legt er die in, en laat het 2 dagen gisten.

Zij moeten in meel worden gewenteld en er moet veel boter of olie voor worden gebruikt. Beignets van visch. Overgebleven visch hakt men fijn en roert ze dooreen met goed wat gesmolten boter, eenige eijeren, wat zout, notemuskaat, citroenschil en geraspt wittebrood.

De soep wordt gebonden met bloem in boter lichtbruin gefruit. Zout naar smaak. Men dient de soep op met dobbelsteentjes geroosterd oudbakken wittebrood. Koolsoep I. Rauwe kool wordt fijn gesneden, daarna met boter gefruit. De gefruite kool zet men ruim met heet water op. Is de kool gaar, dan wordt de soep gebonden met bloem, licht gefruit in boter.

Men maakt eene farci van geraspt wittebrood met eijeren, gehakte pieterselie, uije en melk, waarbij men naar verkiezing kruiderijen voegt, dit rolt men in kalfslapjes, welke men met een draad vastbindt en langzaam laat braden. Bij het opdoen knipt men de draden er af. Kalfshersens.

Liesje kreeg, wat haar hartje begeerde, en Liesje gaf niets. Nooit behoefde ze eens hare mooie plaats bij 't raam af te staan aan een zusje, nooit was het eens hare beurt om thuis te blijven. Het lekkere kapje van 't wittebrood was altijd voor haar, geen broertje was er, waar ze kousen voor moest breien als ze breide, breide ze voor zich zelf.

Hij stelde den laatste aanstonds het rijke geschenk ter hand, dat hij van de gravin had ontvangen, en ging vervolgens met goed vinden van zijnen vader het een en ander koopen, dat den zieke zou verkwikken. Hij bragt te dien einde wittebrood, eene flesch wijn, en een paar pond vleesch mede; welk laatste artikel hij dadelijk op het vuur zette, om voor den zieke eene krachtige soep klaar te maken.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek