Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Het wijfje werpt in het begin van Mei 5

Het wijfje verheft nooit hare stem, en het mannetje alléén in deze tijden; men weet dus, bij het hooren van dit geluid, dat beiden te zamen zijn. Is de grond zandig, dan legt het wijfje de eieren bij elkander, en bedekt hen met zand; maar is de grond steenachtig, dan laat zij hen zonder onderscheid vallen in elk gat, dat zij ontmoet. Bynoe vond er zeven in eene spleet.

Doch gij, mijnheer, indien uw wijfje stierf, zoudt gij even als mijn baardmannetje en zijne stamgenooten wegkwijnen van verdriet? Neem mij niet kwalijk dat ik op dat punt overdreven nieuwsgierig en een weinig ongeloovig ben. Och, André, indien gij mij half zoo lief hadt als ik u, gij zoudt... Doch ik behoef u niet bepaald dwaasheden te zeggen.

Bij enkele soorten heeft ieder mannetje één wijfje, andere leven in polygamie. Gedurende den paartijd zijn zij zeer opgewonden; de mannetjes toonen dit door zonderlinge gebaren en geluiden, door een volslagen wijziging van hun gewone levensmanier en een gedrag, dat wij dwaas kunnen noemen, maar dat toch in hooge mate onze belangstelling wekt. Alle soorten vermenigvuldigen zich sterk. Het wijfje legt 8

Dat was geen jonge arend, die luidkeels om zijn onbekende wijfje riep of voor het eerst van zijn leven die prachtige spiraal vlucht probeerde. 't Was evenmin een der twee koninklijke vogels die ik al weken lang had gadegeslagen en nagegaan, en wier nest met jongen ik ten langen leste ver weg op een rotsklip had ontdekt.

Als het lente is in hun vaderland, leggen zij, bij voorkeur in het nest van het vorige jaar, 2 eieren, die, naar het schijnt, uitsluitend door het wijfje bebroed worden; beide ouders zijn echter zoowel aan de jongen als aan elkander trouw en innig gehecht.

Als ik ze volgde had ik wel eens een glimp van een anderen arend gezien, van een reusachtigen, ouden baas, zonder wijfje, wiens eenzame leven mij den heelen zomer al iets geheimzinnigs, iets raadselachtigs was geweest.

Dit aan allerlei bronnen ontleende gezang wordt niet alleen door het mannetje, maar ook door het wijfje voorgedragen. Soms verneemt men van beide een schel, piepend geluid, zooals dat van vogeltjes, die in groot gevaar verkeeren.

Deze leeft bijna uitsluitend op boomen, in het bosch zoowel als in den tuin. Bij het oude mannetje zijn het voorhoofd, de zijden van den kop en de keel zwart, de overige bovendeelen aschgrauw, de borst, de zijden en de staart donker roestrood, de voorkop en het midden van de onderzijde wit. Het wijfje is van boven donkergrijs, van onderen grijs; de keel is soms donkerder van kleur.

Me dunkt, jij polsenvoeler van je ambacht, je zult er nog iets bijzonders aan merken; deze zelfde hand had op 't oogenblik dat jou wijfje zoo betooverend zong, ongezien een kleiner dito aan boord, en die handen hebben elkaar iets herhaald: "En straks mijn beste brave vrouw, Brengt Peter met een kus aan jou Zijn dank aan God d'Alzegenaar!"

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek