United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Buiten op de muur zijn de ondeugden afgebeeld die er buiten moeten blijven: haat en laagheid, gierigheid en afgunst, droefenis en ouderdom; want dit is het rijk van de ridderlik-hoofse liefde, dat slechts open staat voor de edel geborenen, rijken, welopgevoeden en jongen. »Dame Oiseuse" is de portierster, d. w. z. dat alleen een leven in lediggang als dat van de hogere klassen daar toegang verschaft.

Hij droeg een blonde pruik, die waarschijnlijk een deel zijner vermomming uitmaakte; want zijn haar was zwart met enkele grijze plekken doormengd. Wijders was zijn linnen van de fijnste soort: en een keurige netheid op zijn persoon kenmerkte den welopgevoeden man.

Hij trachtte zelfs de anderen te overbluffen door al boven zijn bord-soep een schuine mop te vertellen. Maar dat ging niet hard op. Sam beduidde hem op zijn gewone manier van welopgevoeden grappenmaker dat men in Amsterdam zulke moppen pas bij de pousjes voordiende. De ander lachte luidruchtig, maar hield den heelen avond een soort van wantrouwende rancune tegen Sam.

Onderwezenheid en goede manieren zijn op dit oogenblik niet duur in Kaschmir, en ge kunt voor het salaris van een indischen bediende een welopgevoeden brahmaan bereid vinden, die Engelsch spreekt en in staat is, u niet alleen tot tolk te dienen, maar ook als tusschenpersoon in de onderhandelingen met de tahsildars en lambardars onderweg en tot secretaris in het Kaschmirsch, zoowel als in het Sanskriet en Perzisch.

Indien gij ze opvolgt, zult gij u zeker gemakkelijk en rustig in het salon uwer kennissen bewegen en een welopgevoeden, beschaafden indruk maken. Heeft men besloten een diner te geven, dan stuurt men veertien dagen van te voren de uitnoodigingen voor een groot diner, die voor een kleiner diner een week ongeveer te voren rond. V. G. A. voor 15 Maart.

Hij ziet met onuitsprekelijk plezier naar den tuin van zijn huisheer, den welopgevoeden Emile van Pommeren, ~fils~, ~fournisseur de la Cour~. De zon werpt stroomen van goud over de dichte kruinen van een paar stokoude pereboomen en een aantal perken met rozen, geraniums en goudsbloemen.

Hij was daarentegen attent en hielp den proost de jas aantrekken, gaf hem het boek opengeslagen aan en sprong op om het potlood aan te geven als het viel. En eindelijk vond de proost, voor wie deze uren met zijn cathechisanten een marteling waren, er iets aangenaams in, dien welopgevoeden jongen man zoo dicht bij zich te hebben.

Wij sliepen bij de goudmijnen van Yaquil, geëxploiteerd door zekeren Nixon: een welopgevoeden Amerikaan, aan wiens vriendelijkheid ik gedurende mijn vierdaagsch verblijf in zijn huis veel verschuldigd ben. Den volgenden morgen reden wij naar de mijnen, die eenige leagues ver bij den top van een hoogen heuvel zijn gelegen.