Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Want een meisjesgestalte van verwonderlijke schoonheid en bevalligheid, met een fluweelachtige huid en groote, kwijnende maar toch levendig tintelende oogen, de kenmerken van het zuiverste Castiliaansche bloed en de hoogste Castiliaansche bevalligheid, staat vóór hem, gekleed in een avondtoilet, met een fluweelen sleep en een keurs van glanzige zijde en kant, dat de blanke schouders en armen zichtbaar laat, en de welluidende stem, die hem op hun tocht over de Schelde reeds zoozeer heeft bekoord, zegt met een mengeling van coquetterie en schuchterheid: "Ik dacht, dat gij wel het gelaat zoudt wenschen te zien van haar, die gij uit de handen der Hollandsche vrijbuiters hebt gered!"
Toen Columbus zijn onderzoekingen voortzette, ontdekte hij het eiland Tortugas, dat in later jaren den niet te benijden roem kreeg van het hoofdkwartier van vrijbuiters te zijn, die zoo lang de zee onveilig hebben gemaakt. Hij ging er aan land en deed er korte reizen.
Dit is een boek van veel en nauwgezette studie, dat voor onze kinderen de geschiedenis der Kennemer Vrijbuiters wil doen leven. Dit boek is een aanwinst voor onze kinderlitteratuur. IDA H. in de Vrouw. We wenschen het werk in de handen van zeer veel jeugdige landgenooten. De Telegraaf.
Ik was hun te vlug af en had nauwelijks de eerste rookwolk opgemerkt, of mijn besluit was genomen. Met vrouw en kinderen stapte ik in een schuit en roeide zoover mogelijk landwaarts in, tot wij te voet verder moesten trekken. Het overige weet je, want zonder de hulp van de dappere Vrijbuiters waren wij den Spekken toch nog in handen gevallen.
VI. Onder de Vrijbuiters 134 VII. De Spanjaarden te Westzaan. Een bezoek aan de ruïne der verbrande hoeve 119 VIII. Aelbert en Marten vangen een vink met gouden veêren 136 IX. Op den Sparendammer dijk 165 X. Hoe de jonge Vrijbuiters in het vijandelijk kamp kwamen, en hoe zij het verlieten 180 XI. In de bedreigde veste 194
De drie vluchtelingen hoorden het water tegen de boot klotsen, en soms helde het vaartuigje zoo dreigend overzij, dat het maar weinig scheelde, of het sloeg om. Ook dat was een gevaar, dat hun boven het hoofd hing. Maar de jonge Vrijbuiters kenden geen vrees; daarvoor hadden zij reeds te dikwijls allerlei gevaren onder de oogen gezien en overwonnen.
Met getrokken zwaard stormden zij op de Vrijbuiters los, niet twijfelende, of deze kaasboeren, zooals zij ze noemden, zouden spoedig genoeg op de vlucht slaan. Marten zag, dat onder de vluchtenden zich ook Heer Jan Gerritsz bevond, met zijne vrouw en kinderen. De laatsten waren reeds in de booten gesneld, maar Heer Jan greep een verrejager en keerde zich tegen de Spanjaarden.
Toen hij zich gedurende eene korte poos dicht in hunne nabijheid bevond, hief hij zijn vaandel omhoog, en riep hun toe: »Leven de Vrijbuiters van 't Oude Hoen! Goed zoo, dappere jongens, goed zoo! Weg met de Spanjolen en leve de Prins!" Later had hij hen meermalen in het gevecht opgemerkt, en telkens weer had het hem goed gedaan te zien, met welk eene dapperheid zij streden.
Onze jongens zullen met klimmende belangstelling de lotgevallen van den eenvoudigen, maar fermen, vijftienjarigen boerenknaap volgen, wiens ouders door de Spanjaarden worden vermoord, die zich daarop bij de Kennemer vrijbuiters aansluit, niet de minst stoute onder de onversaagden blijkt te zijn en wien het ten slotte gelukt zijne spoorloos verdwenen zuster bij zijne pleegouders terug te brengen.
Zij hadden de vluchtelingen thans bereikt, en nauwelijks waren de Vrijbuiters, met het vuurroer in de eene en de brandende lont in de andere hand aan wal gestapt, of de vluchtende vrouwen en kinderen bestormden in hun doodelijken angst voor de naderende vijanden de booten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek