Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
'k Waer geschapen Vreughd te rapen Van 't begaepen Van uw feest, En het proncken Van uw loncken Tot ontfoncken Van mijn geest. Maar 't benijden Deser tijden Moet ik lijden Met geduld; 't Zijn geen treken Om te wreken Woord te breken Sonder schuld. Oh! hoe vliegh ik, Hoe bedriegh ick, Hoe beliegh ick, Mijn gemoed! 'k Wil der wesen, Alle vreesen Sijn geresen Uyt mijn bloed.
De misslagh van de jongelingh quam daer uyt, dat hy den regel dien 1740 hy gehoort hadde al te breet en sonder bescheydentheyt* in 't werck stelde. En voor u, lieve Philogame, staet te letten, dat ghy niet in gelijcke dwalingen en valt. Phi. Is daer voor te vreesen Sophronisçe?
Na het gebed gaf de voorganger op te zingen Ps. 46:1. Als ons de noot overvalt krachtigh, Ons borcht en heyl is God almachtigh; Sulcks bevinden wij in den noot, En hebben in hem troost seer groot. Dies vreesen wij in geenen dinge, Al waer 't dat de werelt verginge, En de bergen hen wierpen snel In 't midden der zee diep en fel.
M. A. Gy moet visiteeren, ofte den bye veel volck heeft, gy moet sien ofte hy sich begint te bereyden om te swaermen; dit kont gy beproeven, uyt de teekens die ick in het voorig Capittel geseydt hebbe, want heeft den bye dese teekens, jaegt hem sonder vreesen. D. Vr. Hoe moet ick den bye jaegen?
Soo sijne Hoogheyd hier sijn advoy ende consent mede hadde toegebracht, en souw niet yder een met Ulpiano moeten seggen hebben, Eum consentire non debuisse? Maer neen sal men seggen, dit en heeft hier gene plaets, want het Gerecht hadde hier alrede in versien, ende de nominatie gelegitimeert, ende soo en had hy sulk eene censure niet te vreesen.
Wy zijn niet eens beducht, schoon al de winden blasen, 805 Wy leven onbeschroomt hoe seer de baren rasen: Wy vreesen geenen brant of hoogen water-vloet. Die niet verliesen kan wat schaet hem tegenspoet?
Daer sat ik als een schaep tusschen twee Wolven, met duisend vreesen; God weet hoe ik te moede was: voeren also voor stroom af; omtrent ten halver weeg aan de boot synde, begonnen sy te tieren en te parlementen, het scheen aen alle teekenen dat sy my om den hals wilde brengen.
Het is een groot gemack, bekent aen weynigh menschen, 765 Niet* in dit aerdsche dal te vreesen of te wenschen: Wy vinden dat men eerst dan onbekommert leeft, Wanneer men niet en soeckt, oock als men niet en heeft.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek