Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
De ooren heeten, volgens de "jachtmatige" spreekwijze "lepels", de oogen "spiegels", de kop "bol", de pooten "voorloopers" en "achterloopers", de achterbouten of dijen "kussens"; het haar wordt "wol", de staart "pluim", de huid "vel" genoemd.
De koude winterwind, Thiassi, houdt haar in het ijzige, barre Noorden, waar zij het niet kan vinden, tot Loki, de zuidenwind, het zaad of de zwaluw terugbrengt, die beide voorloopers zijn van de terugkeerende lente.
Voorloopers van den grooten Columbus, gaat, onderneemt de stoutste reizen, ontdekt de Azorische eilanden en plant het Vlaamsche vaandel te midden van den Amerikaanschen Oceaan. Zendt uwe stoute Gildebroeders, uwe kundige ambachtslieden naar Frankrijk, naar Duitschland, naar Engeland.
De wildste droomen en de naakste en koudste terugkeer daarvan; nu eens jeugdige onbezonnenheid en overmoed dan de voorloopers reeds van de critiek en het beredeneerde van den man; zal ik een gevoelsmensch worden of een verstandsmensch? Is de materiëele wereldbeschouwing de ware, of de spiritueele? De reëele of de ideale? Is er slechts stof hierbeneden en cijfers, of is er ook geest en poëzie?
Zij voelden daarginds, in de heuvelen, de Verschrikking, hun Noodlot naderen... Haviken, sperwers, wie weet het... uilen misschien, die nestelen in torenruïne's of verbrokkelde muren... En zij, de spreeuwen, zonden spionnen uit en verkenners, voorloopers, ik meen voorvliegers. Die fladderden langs de Cascine aan maar bevonden het daar zeer bevolkt met allerlei groote vogels.
Achter ons zitten twee groote mannen in veel verguldsel, die om beurten dienst doende als palfreniers of tolken, en voorloopers of saïs, aan onze équipage den oosterschen stempel geven, die er aan zou ontbreken zonder hen en zonder de fez van onzen koetsier.
Het zijn de voorloopers der tegenwoordige plantenwereld. De eerste palmboomen vindt men in Europa in de tweede helft der krijtperiode; het spreekt vanzelf, dat wij hierbij geen rekening houden met de verkeerde opvattingen omtrent de aanwezigheid dier planten in de steenkoolperiode. Nördenskjöld heeft eene cenomanische laag van landplanten ontdekt op Groenland.
De Heer komt nader en steeds nader, Overal strijdende tegen de duisternis, de tragen meevoerende met krachtigen arm. Uit dit gezicht dagen banieren en ruiterij op O, heerlijk! Ik zie wat verschijnt, Ik zie de hooge mutsen van pioniers, ik zie de staven der voorloopers ruim baan maken, Ik hoor het tromgeroffel der overwinning.
Hij rook goed gewin, lekker eten, pleizier en knipoogde tegen zijn broêrtje. Plinius wenkte. Een ruim heptaforum, getorst door zes zeer sterke Nubische slaven, maakte zich baan: zes andere telkens hen afwisselende Nubiërs volgden: twee voorloopers klapten met zweepen. De draagstoel, de weinige kleedij der slaven was rijk, smaakvol, eenvoudig. Stijg in, Martialis, noodde Plinius.
Maar zij vlogen weg, zij keerden zelfs niet den volgenden avond terug. Zij waren de voorloopers, de spionnen. Zij waren de spionnen der spreeuwen, die, ergens, in hun spreeuwendomein bestookt werden door, wie weet, sperwers misschien, enkele haviken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek