Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Hij werkte geregeld voort en gedurende een half uur scheen hem geen enkel gevaar te bedreigen. Ik raakte dus reeds gewoon aan het schouwspel dier belangwekkende visscherij, toen ik den Hindoe, op het oogenblik, dat hij weer op den grond neerknielde, eensklaps hevig zag schrikken, opstaan en een sprong doen om weer naar boven te komen. Ik begreep zijn ontsteltenis.
Maar de schoenerbrik voer, zooals men weet, onder omstandigheden, die de diensten van nog een officier hadden kunnen besparen. De matrozen van den Pelgrim, goede en vertrouwde zeelieden, waren door de gemeenschap hunner denkbeelden en gewoonten innig met elkaar verbonden. Het was de vierde tocht dien zij samen op de groote visscherij deden.
Blijvend vestigde zich het Christendom in deze streken onder de Karolingers. II. Dorp en dorpsgebied. Deze verklaring is onontbeerlijk voor het goed begrip van vele folkloristische verschijnselen. Ten tijde van Caesar leefden de Germanen nog grootendeels van jacht en visscherij; ook met de veeteelt waren zij eenigermate vertrouwd.
In 1817 verkreeg Delfshaven het bekende wapen: drie korenaren en een haring, de symbolen van de jeneverindustrie en visscherij, de twee voornaamste bestaansmiddelen van de Havenaren. In 1825 werd het in de rij der steden opgenomen om ten slotte in het jaar 1886 met Rotterdam vereenigd te worden.
In 1438 werd van hier de vaart op Portugal en Spanje gedreven, en door tal van privilegiën van tolvrijheid, o.a. in Lotharingen en Limburg, in Engeland en elders, bloeide Westenschouwen op tot een aanzienlijke plaats. Hier begon men in 1493 het eerst in Zeeland voor de vischvangst hoekers te bouwen; vroeger werd de visscherij slechts met kleine pinken gedreven.
Zoodra de zaak haar beslag had gekregen, beijverden hij en zijn zes matrozen zich, om alles voor het vertrek in gereedheid te brengen. Het was uitgelezen volk, dat aan boord was, en zich gedurende den winter aan de visscherij wijdde, maar des zomers een bemanning van een onbetwistbare voortreffelijkheid boven al de zeelieden van andere landen voor de pleiziervaart leverde.
Van die visscherij gaan zij aan 't uitzuigen van watergras, of kikkers en schildpadden uit de modder delven; en de schaal van de schildpad wordt kapot gemaakt door er een steen op te laten vallen. Nu sluipen ze een kippenhok binnen en gaan er met een kuiken van door; en als ze dit verorberd hebben, komen ze weer in den tuin terug om een pompoen open te breken en de zaden tot nagerecht te nemen.
Al wat uit de voorgelezene oude oorkonden blijkt, is, dat zij indertijd gekocht heeft het vroon, dat is de visscherij in een groot gedeelte van de Meer: wat kan daaruit op zijn hoogst volgen? Dat zij het regt op die visscherij behoudt, zoo lang de Meer water blijft.
In 1870 werd bij K. B. bepaald, dat de natuurlijke oesterbanken van de Schelde en de Zeeuwsche stroomen aan de publieke visscherij onttrokken en in 't openbaar in perceelen verpacht zouden worden. De vrije visscherij van oesters, zooals die vroeger bestond, nam af; na 1886 vond ze op de Ooster-Schelde niet meer plaats. Op de Grevelingen vóór het Dijkwater is ze weer opgevat.
De handel in bier uit Holland was een groote bron van welvaart voor de plaats in oude tijden; Zeeland moest bij gebrek aan goed water zijn bier hoofdzakelijk van elders verkrijgen. Naast den bierhandel bracht de visscherij, vooral de haringvisscherij, de plaats tot welvaart; in de 17e eeuw kwamen vele kooplieden uit Holland hier, om de haring in te koopen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek