United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Het spreekt van zelf, dat ik onder Njechloedoffs invloed ook zijne principes was toegedaan, die hierin bestonden dat hij de deugd verafgoodde en overtuigd was, dat het de bestemming van den mensch is, steeds meer en meer naar het volmaakte te streven.

Blondkopje was een knap kereltje; dit had hij de kindermeid, die hem verafgoodde en dolgraag met hem pronkte, tenminste vaak genoeg hooren zeggen. Na de feestelijke boterham zouden de kinderen, om de pret te volmaken, naar een speeltuin gaan, die druk door de jeugd van deze stad bezocht werd.

Hij had zijn kleine zusje van harte lief; doch zij verafgoodde hem. Zijn karakter, hoe beminnelijk ook, was opvliegend en hooghartig, hetgeen de Baron aan het Spaansche bloed toeschreef; deed hij eens kattekwaad en was hij te trotsch om verschooning te vragen, dan sprak zij hem voor: werd hij gestraft, zij leed er meer onder dan hij.

Zij werd daar en onmiddellijk, de liefelijke verschijning die hem omhoog trok, de hooge vrouw van zijn romantische vereering; al heel spoedig, de milde weldoenster die hem opnam uit zwervende armoe in haar behagelijk thuis; wat later, de moederlijke vriendin die hem terechtwees, zijn ruigheid polijstte met zachte hand, en tevens de geliefde die hij, hartstochtelijk dwepend, verafgoodde.

Eens, op een kleine tentoonstelling, waar hij weer iets ingezonden, en zeer gelukkig verkocht had, werd hij voorgesteld aan Kappuijns, het alombekende, verafschuwde, of verafgoodde, kopstuk der sociale volkspartij. Fons herinnerde zich, dat meneer de pastoor meer dan eens, in zijn sermoenen, tegen Kappuijns en zijn verderfelijken invloed had gepredikt.

In een gesprek met een' vriend vertelt Tolstoi dat hij, van knaap jongeling geworden, geheel onder den invloed stond van zijn' broer Sergius, dien hij verafgoodde en in alles trachtte na te volgen. In het einde van zijn jongelingsjaren was het Nikolaas die grooten invloed op hem uitoefende, en van wien hij wel is waar niet zoo hartstochtelijk, maar beter hield.

Toen wij een half uur in zijn gezelschap waren geweest, ontdekten wij reeds, dat hij zijn eigen edelen persoon verafgoodde. Wat zijn schip betrof, hoe de inrichting, hoe sterk de bemanning was, met de masten, het tuig, de ruimen, provisiën en waterberging, met niets van dat alles vermoeide hij ooit zijn geest.