Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
De opsteller heeft met allen de proef genomen; en hij kan verzekeren, dat zijn oudste jongetjen een kind van vijf jaaren veelen van dezelven, op de eerste of tweede leezing, verstaan heeft; en daarom houdt hij zig verzekerd, dat alle deze stukjens voor kinderen, boven de vijf en beneden de tien jaaren, bruikbaar zijn.
Mijn arme lichaam, teer en broos, doe ik mij wèl serveeren. tot ik het eenmaal, leeg en voos, te rust zal leggen voor altoos, als afgedragen kleeren. Mijn hart behoudt geen spijt of nijd, 't zoekt ook zijn lust niet grillig. Door onbesuisde teederheid heeft het wel veelen leed bereid, doch griefde 't niemand willig.
Deze werdt nu alom de smaak, en men hoorde in de Concerten niet anders dan gillen, krassen, gieren, zo dat veelen, wier natuur niet zeer lijdelijk was, dit wangeluid niet konden uitstaan.
Moeder lief kan 't ook niet veelen, Dat de tijd verwaarloosd wordt. Lui zijn, zegtze, is tijd te steelen, En ons leven is zo kort! Hoe dankbaar is mijn kleine hond Voor beentjes en wat brood! Hij kwispelstaart, hij loopt in 't rond, En springt op mijnen schoot. Mij geeft men vleesch en brood en wijn, En dikwijls lekkernij: Maar kan een beest zo dankbaar zijn, Wat wagt men niet van mij!
Op zommigen derzelven echter wassen groote boomen, waar onder men 'er vindt van die zoort van hout, het welk men onvergankelyk noemt, en ander hout van de meest gewaardeerde kleuren. Eenige deezer landen bestaan uit een mengzel van zand, en blaauwachtige kley, waar in weinig zelfstandigheid gevonden wordt. In zeer veelen is een mengzel van zwart zand en yzerachtige deelen.
Gij waart het, schrand're man, die 't eerst U onderwond Om van het oude pad, dog met beschroomde schreeden, In weerwil van den hoop, in veelen, af te treeden, enz.
De Negers zyn aan dit ongemak zeer onderworpen; zy geneezen het zelve, door een citroen- of limoen-schil, zoo heet, als zy die veelen kunnen, op de huid te leggen. Ik heb dikwils reden gehad, om van onze mondbehoeften te spreken, welke bestonden in gezouten ossen- en varkens-vleesch, en in bischuit, waar van men ons alle vyf of zes dagen onze portie toedeelde.
Onrust en donker alomme, Bang als een doove-en-stomme, tastend als blind ga ik omme Waar is mijn staf? Ik lijd en moet veelen verdrieten, ik geniet ook en doe wel genieten, maar alle vreugd zie ik vlieten in een graf. Ik weet wat alleenig mij rust geeft, wat mijn angsten gesust heeft, als 't kind dat moeder gekust heeft vóór den nacht.
Op dit gezegde stondt een Waal, genaamd MATTOW, stil, en zeide tot hem: "Myn Colonel, 'er zyn 'er onder ons niet veelen, die uw voorbeeld kunnen, en, zoo ik denk, nog minder willen volgen. Laat uw schild daar, en maak uwe soldaten niet bevreesd. Een dapper man maakt van andere schilden gebruik.
Want hij weet dat hij niet zalig kan worden alleen, hij wil niet de meerdere zijn booven zijn broeders. Maar in een feest van veelen zou hij gelukkig zijn, zijn wijsheid is een brandpunt van veele stralen lichts. Zijn hartstochten zijn niet in hem verlooren gegaan, maar bedwongen tot staat van leevendiger spankracht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek