Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Griezelig had ze zich op 'n stoep teruggetrokken, bang voor de vuile kerels, bang voor de tronies, bang voor 't schuim uit achterbuurten. De heele bende was voorbijgegaan in 'n benauwende stilte, in een geplomp van logge schoenen en klompen op bevroren keien. Sommigen hadden d'r angekeken, met kwaadaardige oogen, oogen van afgunst om d'r warme kleeding.

Er viel geen oogenblik aan te twijfelen: die twee zouden meê loopen, al was het tot het einde der aarde. De aap mocht evenmin vergeten worden. Komaan mijnheer John Bull, geen vieze gezichten! Je zult vreemde landen te zien krijgen, oude jongen! Als je het te koud krijgt, zullen we je een pelsjas aantrekken. Kun je nog leelijke tronies trekken? Pas op dat je dat niet afleert!

Wilt gij, vroeg Uilenspiegel, dat ik borg voor hen blijve? Ja, antwoordde de baas, als iemand ook voor u borg is. De Goede Tronies wilden borg zijn, maar Uilenspiegel voorkwam hen en zei: De deken zal borg zijn, ik ga het hem vragen.

Men kan dan op zijn gemak, zonder de oogen dicht te doen, vóór zich zien verschijnen de landschappen door Ruysdael's penseel op het doek gebracht, en de tronies der bierdrinkers die Teniers teekende.

Vooral niet naar hetgeen spreekt uit de tronies der mannen en vrouwen, die in de straten nabij de haven wonen en die leven van hetgeen zij bemachtigen kunnen van de op zee verdiende centen van het lagere scheepsvolk.

Men hoort hen spreken. Zij zeggen: "Die luie Geuzen liggen te slapen. Aan ons de schat van Lissabon". Zij steken hunne toortsen weer aan. Ziet gij hunne bestormingsladders en hunne leelijke tronies, en de breede linie van hun aanvalsfront? Zij zijn duizend en meer. Honderd passen! riep messire Worst. En men hoorde een geluid als van een donder, en een jammerlijk gehuil op het ijs.

Waarom kregen zij, eerst spoken! al meer en meer omtrek, tot zij, duidelijk van lijn, helder gekleurd dag aan dag, maand aan maand schakelend, opwarrelden in de vlam van het vuur, waarin hij moedeloos staarde, een doodendans van jaren gelijk, die hem aangrijnsden als met doodskoppen, met holle oogen en bleeke tronies, verwrongen door een sluw gemeenen grimlach; jaren, die hem toewuifden met vuile lompen en zijn reuk ontzenuwden met een goren stank?

En Gawein hief hoog zijn zwaard over Didoneels lichaam, zoo dat een kruis zich er boven teekende, bleek goud lichtende in schemering. Toen vloden de duivelen hunne vaart, Noord-Oost, Noord-West, met groot geschal en gekrijsch van open gespalkte, vuur spuwende tronies en lichtende oogen, die doofden.... En reden door de jonkvrouw en Gawein.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek