United States or Israel ? Vote for the TOP Country of the Week !


De nothosauren, de voorloopers der plesiosauren, komen gedurende de geheele triasperiode voor. De nothosaurus mirabilis wordt vooral in de schelpkalk gevonden. Het is waarschijnlijk, dat hij, hoewel een zeedier, steeds de kusten naderde en de stroomen opzwom.

Men ziet ook, dat de bedektzadigen in de triasperiode begonnen zijn met de éénzaadlobbigen, terwijl de tweedzaadlobbigen eerst op het einde dier periode ontstaan zijn, om voort te duren tot op onzen tijd. Onze lezers kennen thans de grondtrekken van het gebouw van het leven op aarde, de grondwaarheden van "de wereld vóór de schepping van den mensch."

De bonte zandsteen komt evenzoo voor den dag in verschillende deelen der Pyreneën, vooral in het zuiden van Bayonne. Aan het andere uiteinde van Frankrijk schijnt de streek der Ardennen in de triasperiode bestaan te hebben uit een heuvelachtig terrein, waar door het wegvreten van de rotsen steenblokken, keisteenen, zand en klei naar de binnenmeren gevoerd werden.

Wel neemt het aantal hagedisachtige dieren toe; wel worden de dieren zelf grooter, doch het blijft steeds hetzelfde type. Toch bestond het type der zoogdieren en der vogels reeds, geschetst als het was in de triasperiode; doch zij komen daar uiterst zeldzaam voor.

Het zijn als het ware minder gevorderde labyrinthodonten. Zooals bijna altijd, als men de oorspronkelijke typen eener reeks vóór zich heeft, zijn zij klein in vergelijking met de labyrinthodonten uit de triasperiode. Zijne ledematen waren zwak en beter geschikt om te zwemmen of te kruipen dan om te loopen; toch hebben zij reeds pooten met afzonderlijke teenen.

In de triasperiode hadden de ammonites Aon en de ceratites nodosus de overhand. Hunne voorouders waren de nautiliden, die wij in de devonische periode hebben ontmoet of het ééne of andere nog oudere weekdier, waarvan dan de nautiliden en de ammonieten afstamden. In de triasperiode geraken de nautiliden in verval: men vindt alleen nog den orthoceras en de goniatiden.

Onder de visschen der triasperiode kunnen wij den ceratodus als type der periode beschouwen, een vreemd type, van kieuwen voorzien als de gewone visschen en van longen, zooals de in de lucht ademende dieren, en van platte, aan de kanten diep ingesneden tanden.

King vond in de steenkool van Pensylvanië de indruksels van een ontzaglijk dier, den Batrachopus; de indruksels der achterpooten waren bijna een voet lang, en overtroffen dus in grootte die der doolhoftandigen uit de triasperiode.

Wij moeten hier het volgende opmerken: de permische periode heeft ons de geboorte der kruipende dieren doen bijwonen; de triasperiode vertoont ons, naast de ontwikkeling der hagedissen, die van nu af als heerschers optreden, de geboorte der zoogdieren, die zich door de komst der buideldieren aankondigen. De geboorte der zoogdieren!... De eerste trede van de ladder, die tot de menschheid voert.

Men verdeelt haar weder in drie afdeelingen: de onderste, de middelste en de bovenste krijtformatie. De triasperiode, die het secundaire tijdperk inleidt, bevat, zooals wij zagen, drie verschillende formaties, de bonte zandsteen, de schelpkalk en de keuper. De eerste wordt in groote hoeveelheden in de Vogezen gevonden; de tweede in Beieren, en de derde in de Tyroler Alpen.