Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Wij gaan door den ringmuur der stad en dan door een doolhof van straatjes, vol modderpoelen, waar mijn rijtuig met totalen ondergang wordt bedreigd en bereiken eindelijk de haven en het vreemdelingenhotel. Uit de vensters van de eetzaal bespeur ik de Golf, welker water nu paars is, terwijl een lichtrose tintje nog op de bergen hangt van Arcadië.
Toen ik hen onderworpen had en een weinig op hun gevoel had weten te werken, zeide ik, dat ik wreedheid nog nooit eenig goeds had zien teweegbrengen; dat, wanneer ergens een schip of eene boot een man had achtergelaten, die gered had kunnen worden, die wreede handeling steeds door allerlei ongelukken en totalen ondergang gevolgd was; dat ik heilig overtuigd was, dat wij het gevaar, waarin wij ons nu bevonden, nooit zouden doorkomen, als wij geen medelijden toonden met onze natuurgenooten. »God," zeide ik, »is ons genadig geweest door ons, in dezen dreigenden nood, een uitmuntende boot te geven voor onze redding en het is alsof Hij nu tot ons zegt: »Ga terug naar het wrak en neem uwen kameraad in het ongeluk op."
En waarschijnlijk gaat de geheele volksstam een totalen ondergang te gemoet, want de menschen van Germaanschen oorsprong die hen omgeven, zijn een voortwoekerend en om zich heengrijpend element; zij zijn door hunne vlijt en volharding in staat, zelfs daar nog voort te leven waar de Gaelen, niettegenstaande hun kommervol leven, zich niet meer staande kunnen houden.
Maar, wonderlijk, minder hevig grijpt ons daar de tragiek van de ramp in haar totalen omvang aan, dan de gedachte aan die twee, drie of vier ongelukkigen, die nu nog op het op den dam vastzittende achterschip zitten, wachtende hun redding of den dood.
Zij deed het nu niet meer om haar zelfswil en niet om haar schoonheid, maar om als moeder harer bevallige kinderen den totalen indruk niet te bederven. En toen zij zich de laatste maal in den spiegel had beschouwd, was zij met zich zelf tevreden. Zij was schoon, niet zooals vroeger op de bals, maar schoon genoeg voor het doel, dat zij nu voor oogen had.
De bekel is de verpersoonlijking van het verderfelijke oude systeem, dat sterker is dan welke goede wil ook. Zijn ambt is erfelijk, een lange traditie verleent hem prestige tegenover het dessa-volk. De landhuurder, die hem kent als een verdrukker van het volk, kan hem niet ontslaan. Daarvoor is een vonnis van de rechtbank noodig, na behoorlijk onderzoek. Maar hoe bewijzen van schuld te krijgen, als de verdrukten tegen den verdrukker niet willen getuigen? De bekel-mandoer houdt den koelies een gedeelte af van hun loon: hij laat hen om niet, werken op zijn ambtsveld; hij ziet vruchten op hun erf, kippen en duiven in de kooi, een geit in den stal, en beveelt den koelie hem die te brengen: heeft de koelie bij zeldzaam toeval, geld, dan "leent" hij het; heeft de koelie een knappe dochter dan neemt hij haar tot bijvrouw, maakt den schoonvader in alles gedwee door de vrees van een verstooting, en verstoot haar toch, wanneer er van het huisgezin niets meer te halen is. En de koelie verdraagt dat alles en zwijgt. Het is de bekel, wiens vader en grootvader zijn eigen vader en grootvader op dezelfde wijze geplaagd hebben. Eerst als hij geen keus meer heeft dan tusschen totalen ondergang en verzet, verzet hij zich, op de éénig voor hem mogelijke wijze, langs een omweg. De bekel is verantwoordelijk voor het werk op de onderneming: hij treft, hem in die verantwoordelijkheid. Hij verwaarloost de tuinen, slecht, of slechts in schijn arbeidend; hij steekt het rijpe riet in brand. De menschkundige of, om precies te spreken, de Djokjaneeskundige administrateur, die in plaats van tegen onwilligen en brandstichters tegen den bekel een onderzoek met de noodige omzichtigheid begint, en, vóór alles, zorgt dat geen weerwraak hen die de waarheid zeggen treffen kan, verneemt d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek