Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
Feestgelagen waren in dezen tijd aan de orde van den dag, en veelal liet men bij deze dan het lot beslissen, wie koning der tafel werd, feestkoning, tevens ceremoniemeester. Trouwens het koningsspel was te Rome overoud; Suetonius noemt dit "het spel om gezag en heerschappij". Het verloten geschiedde meestal door middel van boonen, die een sakrale beteekenis hadden.
Ik zoû verdwalen, zei Suetonius, zoekende zijn weg: Hermes haastte hem zich voor, geleidde de gasten door een overdekte zuilengang dadelijk terug naar den glazen binnenhof, om 's gastheers komst af te wachten. Zij zetten zich in de ruime cathedræ, om het nymfæum. De beminnelijkste man van onzen tijd, prees de oude Verginius Rufus, die Plinius' voogd geweest was.
Er stonden enkele beelden rondom, tusschen myrteplanten: bronzen koppen op voetstukken van porfier; roode rozen van Pæstum bloeiden om het ovalen vijvertje; zwart marmeren dolfijnen bliezen waterstralen; het gemurmel was als een rhythme.... Rijk, maar toch eenvoudig en sierlijk, prees de jonge Suetonius. De schoonheid, die goedheid is, antwoordde hem Tacitus met zijn diepe, donkere stem.
Een epigram? zei Martialis. Volgaarne; hoor dan! En hij improvizeerde, den beslagen beker vol sneeuwkoud water omhoog: Bewonder 't genie des Egyptenaars, want hoe vaak brak de kunstenaar, Wenschende meerdere kelken te scheppen, zijn brooze schaal. De gasten klapten de handen, juichende. Na zoo sierlijk epigram op den vorm, Martialis, vraag ik er een op den inhoud! vroeg Suetonius.
Wat zal ik het waardeeren, zoo niets u verhinderen zal onze voorstellingen bij te wonen! Vooral de eerste, waar alles wat Rome voornaam, aanzienlijk, geletterd, geleerd bezit, zal samen stroomen! Ik zal komen, ik zal komen, Lavinius, verzekerde Martialis; en wij zullen allen komen: Plinius, Quintilianus, Tacitus, Frontinus, Suetonius....
Het ging naar het midden des dags.... Zij spraken niet meer en Cecilianus had een vreemden blik, telkens als hij de oogen opende.... Dan sloot hij ze weêr. Toen zij terug waren, vonden zij den dichter tusschen zijne vrienden. In twee draagstoelen waren zij gekomen: Verginius Rufus met Frontinus en Juvenalis; Plinius met Quintilianus, Tacitus en Suetonius.
Plautus....? vroeg Quintilianus, even verbaasd. Zoo als de kereltjes me zelve verteld hebben. Dus toch weêr klassieke komedie, bij de Scenische Spelen? vroeg Juvenalis. Wij waren haar bijna vergeten.... De mimus-spelen hebben haar verdrongen, bracht de jonge Suetonius bescheiden in het midden; maar eigenlijk duikt tusschen den mimus de klassieke komedie toch altijd weêr op.
Wij hebben tegenwoordig, zei Quintilianus; geen tonarion meer maar psaltherion en spadix en dan die Lydische fluiten daar, wier klanken verweeken wat er nog mannelijk in ons Romeinen gebleven is.... Achter hen, op de ridderbank, fluisterde Martialis tot Suetonius: Hij is geleerd en braaf, onze Quintilianus. Maar hij heeft een groote fout.... En die is? vroeg Suetonius. Hij is niet modern.
Cezar was, volgens Suetonius, gewoon, welk weêr het was, blootshoofds en meestal te voet aan 't hoofd zijner troepen te gaan. ~Gierigheid.~ Een gierigaard, die ten tijde van Koning Dyonisius in Siciliën woonde, had een schat in zijn tuin begraven en leefde heel armoedig. Dionysius, dit vernomen hebbende, liet den man gelasten dien schat hem te brengen.
Als zij dit motoriesch deden, zoû het een klucht worden, niet waar. Die jongens hebben veel maat en rhythme in hun spel en voelen zuiver hoe ver zij kunnen gaan. Maar dit begin is niet in Plautus aangegeven en werd nooit zoo in Plautus' tijd gespeeld, critizeerde bescheiden de jonge Suetonius.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek