United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij is dezelfde ervaring die Goethe opdeed, toen hij eens na langen tusschentijd Spinoza's werken weder ter hand nam: "Dezelfde atmosfeer van vrede woei mij weer aan. En Hegel: "Het is deze morgenlandsche opvatting, die door Spinoza het eerst in het avondland werd uitgesproken.

XLVIII definieert: "geen beeld zooals het op den achtergrond van ons oog gevormd wordt, maar begrippen van het Denken." Meestal vertaalde ik imaginatio met "verbeelding" om den lezer met Spinoza's terminologie vertrouwder te maken. Zie ook in Gevolg St. Deel I Stelling XIX. Stelling XIX God is eeuwig. Bewijs. God is het meest volmaakte wezen, waaruit volgt dat hij noodzakelijk moet bestaan.

Het lìjkt wel alsof Spinoza in de eenigszins slordige Stelling XXIII "De menschelijke Geest kan niet met het Lichaam geheel en al te niet gaan", leert, dat dus het Lichaam wèl absoluut vernietigd wordt; maar het is duidelijk dat dit volkomen in strijd zou zijn niet alleen met de ervaring, maar met Spinoza's eigen leer.

Omstreeks twintig jaar geleden, toen ik studeerde voor het staatsexamen, besloot ik ter oefening en afwisseling ook eens iets anders te lezen dan alleen klassieken. Mijn keus viel toen voor het Grieksch op het Nieuwe Testament, voor het Latijn op Spinoza's Ethica, twee werken, mij voordien nagenoeg onbekend.

Maar ofschoon ik al die eens zorgvuldig nageplozen stellingen wel met gansch andere oogen herzag, nog leeft onverzwakt diezelfde dankbare bewondering voor den geest, die iederen zin van zijn werk vervult, dien trotschen, vrijen, onverbiddelijk eerlijken wil tot begrijpen der dingen, die het wezenlijke van Spinoza's denken is en die zijn filosofie gemaakt heeft tot den hoeksteen der geheele moderne wijsbegeerte en zielkunde.

Het is zeker geen gering intellektueel genot telkens in Spinoza's geschriften bronnen te ontdekken van zoovele ons thans vertrouwde denkbeelden en theorieën, maar het is tenslotte niet dáárom dat wie ééns zijn troost bij hem vond, ook later, en steeds met denzelfden eerbied en dezelfde liefde naar hem blijft luisteren.

Bij de lectuur van Spinoza grijpt ons een gevoel aan als bij den aanblik der natuur in haar diepst-levende rust. Een woud van hemelhooge gedachten, wier bloeiende toppen in wuivende beweging zijn terwijl de onwrikbare stammen wortelen in de eeuwige aarde. Er is in de geschriften van Spinoza een zekere atmosfeer die onverklaarbaar is. Inderdaad, Spinoza's gedachten zìjn nuchter, koel en klaar.

Hem boeit Spinoza's wijde wereldblik die de groote, d.i. de uiterlijk-stoffelijke, en de kleine d.i. de innerlijk-zedelijke wereld tegelijk omvat.

Ik gebruik niet het door Spinoza zelf gebezigde woord "Zelfstandigheid", daar het in den tegenwoordigen tijd een te beperkten, stoffelijken zin heeft. Het lijkt mij een overdreven taalzuivering, woorden als substantie en attribuut, die met Spinoza's leer gemeengoed der geheele wereld zijn geworden, door Nederlandsche te vervangen.