Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
In het waterige licht dat van boven viel, glimmerde het dons dat op de bladen van sommige soorten groeit, bevlokte den stapel van stijfheid als met een luchtig, levend schuim, waartusschen de zachte bontheid der kleuren speelziek lag, als het spel van licht dat gebroken wordt in het schuim van zeepwater, of weêrkaatst van parelmoer.
Gij, beekjen! welt met zacht geluid Onopgemerkt uw woudbron uit; Gij vormt een kleinen waterval, Terwijl gij nederspringt in 't dal; Dan effent gij uw golfjens weêr, En zoekt de schaduw als weleer. Hoe dikwerf, in mijn jonge jeugd, Hebt gij mijn speelziek hart verheugd!
"Nien nien, blijf gij moar liggen, blijf gij moar rusten, mijn bieste," sprak Rozeke de merrie aan, als sprak zij tot een mensch, die haar begrijpen kon; en zij haastte zich weg bij het veulentje, dat als een ongeduldig, speelziek kind, trippelend achter de ijzeren staven van zijn krib op haar te wachten stond.
Al mag die jongen ook niet zijn, hij ziet er toch in elk geval zeer uit. Dartel speelsch speelziek uitgelaten. Tot vroolijkheid geneigd. Openbaart zich deze neiging als gevolg van levenslust in vlugge bewegingen of in scherts en luim, dan spreekt men van ~dartel~. Die jongen is zoo ~dartel~, dat hij mij bij mijn werk hindert.
Wordt deze speelschheid bij grootere kinderen aangetroffen, zoodat zij hun werk veronachtzamen, dan noemt men hen ~speelziek~. Als die jongen zoo ~speelziek~ blijft, zal hij niet kunnen overgaan. De kinderen huppelen de weide rond. Dit hondje is nog zoo , dat het alles, wat los en vast is, beetgrijpt. Foei, je moest je schamen, zóó oud en nog zóó .
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek