Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Zijn moed en vechtlust openbaart hij niet alleen in 't verkeer met zijne soortgenooten, die hij voortdurend met snavelhouwen vervolgt, maar ook jegens andere Vogels, zoodat er aan zijn getwist geen einde komt.
Er heerscht een merkwaardige gewoonte onder de dieren, die dit misschien verklaart en tevens kan ophelderen waarom wij toch zoo'n dwaze, zonderlinge voorstelling hebben, alsof de dood van een dier iets tragisch of gewelddadigs was. Dieren, zonder uitzondering, vogels ook, koesteren een sterk wantrouwen tegen alles wat ook maar eenigszins vreemd of ongewoon is onder hun soortgenooten.
Wanneer de Koekoek geboren is in een hollen boom, komt het soms voor, dat hij wegens de engheid van de opening niet in staat is het nest te verlaten; in dit geval blijven zijne pleegouders om zijnentwil tot laat in 't najaar achter en voederen hem aanhoudend. Om deze reden heeft men wijfjes van Kwikstaarten hier zien blijven, nadat reeds al hunne soortgenooten naar 't zuiden waren afgereisd.
Verscheidene oorzaken brengen te weeg, dat de Steenbokken zich slechts langzaam vermenigvuldigen, zelfs daar, waar zij met zorg behandeld worden. Behalve van den mensch hebben zij slechts weinig te lijden van vijanden, die voor hen gevaarlijk kunnen worden. Groote Roofvogels, n.l. de Steenarend en misschien ook de Lammergier, staan het jonge dier naar 't leven, maar behalen, dank zij de waakzaamheid van de moeder, slechts bij uitzondering den begeerden buit. Oudere Steenbokken loopen misschien nu en dan gevaar van de roofzucht van Lossen, Wolven en Beren. Verderfelijker dan alle genoemde oorzaken bijeengenomen is de onherbergzaamheid van de verblijfplaats van dit dier gedurende den winter en de lente. Naar Wilczeck in Val Savaranche vernam, verliezen betrekkelijk vele Steenbokken ieder jaar hun leven door lawinen; vooral krachtige mannetjes vinden op deze wijze den dood, waarschijnlijk, omdat deze zich minder gemakkelijk door het gevaar laten afschrikken, dan hunne jongere en meer vreesachtige soortgenooten. De ergste vijand ook van den Steenbok is en blijft echter de mensch, vooral de wildstrooper. Waarschijnlijk is er geen onderneming zoo bezwaarlijk en gevaarvol als de Steenbokkenjacht, zooals hij deze uitoefent. Al wat van de gevaren van de Gemzenjacht gezegd kan worden, geldt ook en in nog hoogere mate, naar Schinz duidelijk doet uitkomen van de Steenbokkenjacht. Wegens de zeldzaamheid van dit wild moet de jager zich er op voorbereiden, dat hij 8
Hun inborst komt ons voor als een mengsel van tegenstrijdige eigenschappen. Zij zijn buitengewoon gezellig, maar bemoeien zich eigenlijk alleen met hunne soortgenooten. Hoewel zij met de meest verschillende Vogels in vollen vrede leven, geven zij soms, evenals de Duiven, blijken van valschheid en nijd, zonder dat men de reden hiervan kan opsporen.
Haar buitengewoon groote zindelijkheid, de vriendelijke en verdraagzame wijze, waarop zij met hare soortgenooten omgaat, hare aardige bewegingen en grappige gebaren maken haar tot een lieveling van den mensch. In Engeland wordt zij als kamerdier in gewone vogelkooien gehouden, en komt zij, evenals kamervogels, aan de markt.
Wie weet er niet, dat een of andere vogel uit onze luchtstreken, dien wij in een kooi grootbrengen, en een jaar of vijf zes in het leven houden, vervolgens weer, aan zijn natuurlijke vrijheid teruggegeven, niet meer in staat is om te vliegen als zijn soortgenooten, die de vrijheid nooit hebben gemist?
Overal waar deze soort voortkomt, zijn hare vertegenwoordigers veelvuldig; gewoonlijk ontmoet men ze bij paren; met hare soortgenooten leven zij in vrede, maar vereenigen zich zelden met hen tot vluchten. De Woestijnleeuwerik schuwt den mensch niet.
Vele dieren van deze soort werden zoo aan den mensch gehecht, dat zij hem volgen, naar verkiezing uit- en ingaan en 's avonds in hun hok terugkeeren. Minder vriendelijk zijn zij voor hunne soortgenooten. Mijne gevangenen waren bovenal op warmte gesteld; dikwijls is het gebeurd, dat zij zich aan de nog gloeiende haardasch haar en pooten brandden, zonder hun plaats te verlaten.
Uit hunne woningen verwijderen deze dieren zorgvuldig al wat er niet in behoort, ook de lijken van hunne soortgenooten. Het is nog niet uitgemaakt, of zij in hun hol voorraad voor den winter bijeenbrengen. Hun stem bestaat uit een zonderling, niet nader te omschrijven, luid en onaangenaam klinkend gesnuif en geknor.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek