United States or Ghana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op den morgen van den 4den Juli verliet Sella met zijn begeleiders opnieuw de tent, om den middelsten top van den Luigi van Savoye, die thans den naam van Sella draagt, te bestijgen. Na door het hoogst gelegen deel van het dal te zijn getrokken ten westen van den Freshfieldpas, kwamen ze aan een inzinking van den kam. Het was moeilijk, zich in den nevel te oriënteeren.

De door Sella bestegen rots aan den voet der westelijke gletschers was daar de laatste overwinning; den volgenden dag braken ze bij storm en hagel met hulp van de uit Bujongolo aangekomen dragers het kamp af en daalden naar de meren ten westen van den Baker. Den 29sten sloegen ze nogmaals hun kamp op het Freshfieldzadel op.

Op den morgen van den 15den brak Sella in gezelschap van Botta op en keerde eerst naar het tweede terras van het dal terug, om dan tegen den, met reusachtige Ericaceeën en altijdgroene struiken begroeiden noordwand omhoog te gaan. Het terrein was zeer oneffen, en geweldige rotsblokken moesten worden vermeden, die soms troonden op omgevallen en met mos begroeide boomen.

De nevel omhulde Sella, eer hij hoog genoeg had kunnen komen om den monoliet duidelijk te zien. Den volgenden dag kon hij zijn doel beter naderen, maar zag zich teleurgesteld, daar hij zich bevond vóór een rotstop, die tengevolge van zijn geïsoleerden stand op een kam grootscher leek, dan hij in werkelijkheid was. Tegen het vallen van den nacht keerde hij naar het negende kamp terug.

In den namiddag van dien dag trok ook ik op den terugweg van den verren Emin over den pas, van waar ik mij rechtstreeks naar Bujongolo begaf. Den daarop volgenden morgen steeg Sella bij weinig belovend weer met zijn beide begeleiders, van den pas uit, over den zuidelijken kam omhoog naar den Eduardtop. Hij kon enkele foto's maken en ook een vrij onvolledig panorama verkrijgen.

Roccati, die mij tot zoo ver vergezeld had, keerde met Sella weer naar Bujongolo terug, terwijl ik rechtstreeks naar den Eduardtop verder trok, langs den zuidelijken kam, waarover drie dagen te voren Sella de bestijging had volbracht. De nevel keerde weer, eer ik den top had bereikt, en eerst laat in den namiddag kon ik bij een kort oogenblikje van helderheid eenige hoeken meten.

Toen zette ik mijn marsch over den kam voort tot den Mooretop, van waar ik over den reeds door Sella beklommen kam den terugweg naar Bujongolo insloeg. Sella was des morgens met Botta en eenige negers weer opgebroken en was naar het Freshfieldzadel teruggekeerd.

Soe weinet ende scryt dat onieriga kind ende wyst dan syn nakena lyae ende syn huuslaes, ende syn fader deer him reda schuld, to ienst dyn honger ende winter nevil cald, dat hi so diepe ende dimme mitta fiower neylen is onder eke ende onder da eerda bisloten ende bitacht, so moet dio moder her kindes eerwe setta ende sella omdat hio da bahield habbe ende biwaer also lang so hit onierich is, dat hit oen forste ner oen honger naet forfare.

Eindelijk op den 5den Juli trof Sella weer met de expeditie in Bujongolo samen, nadat hij een geheele week op den Freshfieldpas vertoefd had en steeds uitvluchten op de kammen had gedaan, waarbij hij uren en uren naast zijn photografietoestel in ellendig weêr had doorgebracht.

Ik had het plan, met Sella den weg naar beneden door het Bujukudal af te leggen, terwijl Cagni het transport van alle overige voorwerpen, die in het kamp van Bujongolo achtergebleven waren, zou leiden en met zijn gezellen Cavalli en Roccati in Ibanda zou samentreffen, om mij daar te wachten. Ibanda werd dus de algemeene plaats van samenkomst voor de karavaan.