United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


De standaart van hun koning Maakt in hun middelpunt een schrikbre prachtvertooning, Door 't afgehouwen hoofd eens luipaarts, op een spits, En strekt heel 't leger op hun wapentocht ten gids. Hy splitst zijn oorlogshoop in drie verscheiden drommen, In rijen opgestuwd tot buigende kolommen.

Ginds is een schrikbre woestijn aan het uiterste deel onzer aard Waar over een muur van bergen het machtige water vaart, Welks bron geen schepsel kent noch waar zijn monding is, En die macht is de macht van Andvari, een Elf van de Duisternis. Hij woont in de wolk en woestijn in het midden van 't land alleen En zijn werk is het sparen van schatten die hij houdt in zijn huis van steen.

De Koning- Alleen, ontzachlijk, staat in schrikbre machtvertooning Met d' opgeheven bijl in 't midden van een wal Gesneuvelden, gelijk een hooge ceder, pal. Iets Godlijks schijnt dit uur als uit zijn oog te stralen!

Een sterker krijgshoop schiet van d' Oostkant uit spelonken En holen op, gevoed met raauwe menschenschonken, En niet dan menschlijk in gedaante: tijgerfel, Verscheurende of verscheurd, en helscher dan de hel. Dees stuiven woedend aan, van stuivend stof omgeven. De Koning zag een wolk ten hemel opgeheven: Hy ziet haar naadren, en een uitgebreide rij Zich opdoen, brullende van schrikbre razerny.

Het leger zucht, en rilt, en kent zijn tochtgenooten, En, enkle reuzen, meê in wederstand geveld. Nu voelt zich 's Konings hart van killen schrik bekneld. De hairen rijzen hem te berge van de ontroering; Hy stampt, en slaat de hand in schrikbre driftvervoering Op d' open boezem; rukt de sluierkroon van 't hoofd En geeft een heeschen schreeuw, die lucht en wolken klooft.

Of 't innig plichtgevoel aan 's levens ader knaagde; 't Zij dat de Godheid-zelv dien invloed wederhield Die 't hemelzalig mensch- en englendom bezielt; Iets schriklijks scheen in eens zich op 't gelaat te spreien. Elpine schokte, en wilde, en ach! zy kon niet schreien. Haar tong verstijfde. Wat schrikbre bliksemstraal, Wat donder op dit hart! ô laat my, laat my sterven!