Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Die zuid-nederlandsche namen zijn ontstaan ten tyde dat die nu zoo geheel verouderde spellingen in zwang waren, en zy zijn sedert dien tijd steeds op die wyze geschreven geweest, en hebben die oude schrijfwyze behouden tot op den dag van heden, al veranderde van tijd tot tijd, van eeu tot eeu, de rechtschryving der nederlandsche taal ook nog zoo zeer.
In de zuidelike Nederlanden, bepaaldelik en vooral in West-Vlaanderen, zijn eenige geslachtsnamen inheemsch die den patronymikalen uitgang in den form ynck vertoonen. Deze schrijfwyze der i als y berust op de uitspraak die in den tongval van dit gedeelte van Vlaanderen, met Zeeusch- en Fransch-Vlaanderen, gehoord wordt.
Zoo is in hun mond, b. v. van 't oorspronkelike Michielszoon, Michielszen, weldra Michielsze of Michielse geworden. En wijl ze zoo spraken, schreven ze ook alzoo. En toen deze losse toenamen eerlang vaste geslachtsnamen werden, bleef die eigenaardige schrijfwyze wel behouden.
Voor lieden die de oude schrijfwyze van uit als wt niet en kennen, nog ook de ware uitspraak dezer namen van anderen hebben gehoord, levert deze uitspraak moeielikheden op. Velen weten niet wat zy daar van maken zullen. Zy denken dan dat het eene schrijffout is, dat er eene letter, b. v. eene i uitgevallen is, tusschen de w en de t weg, en spreken Wttewaal dan als Wittewaal uit.
Eerst in de laatste tientallen jaren is deze schrijfwyze door sommige maagschappen te recht weêr voor hunne eigene namen in gebruik genomen, b. v. Ver Loren, Ver Huell, Ver Voorn. Het gebied onzer nederlandsche taal is niet naukeurig besloten binnen de staatkundige grenzen van Noord- en Zuid-Nederland.
En omdat het volk in het Noorden met de schrijfwyze der fransche taal minder bekend is als in het Zuiden, zoo heeft men hier de fransche é ook wel afgebeeld door ee en zelfs wel door ée; b. v. in den geslachtsnaam Habecotee; zie bl. 267.
Het woord pelser is een oudfriesche form voor het woord pelsmaker of pelswerker, zoo als men nu veelal zegt. Eenen Jelke Pelser vind ik reeds opgenoemd onder de burgery der stede Leeuwarden, ten jare 1511. De fransche en hoogduitsche formen van dit woord, Pelletier en Peltzer, Pelzer komen onder ons ook als geslachtsnamen voor. De laatste naam in schrijfwyze weêr verdietscht, als Peltser.
De eene schrijft Appingadam, Mensingaweer, Bellingawolda en Eppingaweer; de andere Appingedam, Mensingeweer, Bellingewolde en Eppingeweer, of ook wel Bellingwolda en Eppingwehr. De eene schrijfwyze is goed, en de andere niet minder. En waarom dan zou men deze verschillende schrijfwyzen niet door elkanderen gebruiken, vryelik en naar eigen willekeur?
Al is het dat de hier bedoelde namen in hunne spelling nu aanmerkelik afwyken van de schrijfwyze die in deze eeu de meest gebruikelike is, zoo is er toch een tijd geweest dat de spelling die hen nu nog eigen is, de geijkte, de meest gebruikelike was.
Behalve de volledige formen Smeding en Smedinga, bestaan er de geslachtsnamen Schmeding en Schmedding, die beiden aan hoogduitschen infloed deze byzondere schrijfwyze danken. Eindelik ook Smeengh, nog meer samengetrokken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek