Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 september 2025


Gedichten, bl. 3, 180; 125, 174. Registers en Rekeningen van het bisdom Utrecht door Mr. Dietsche Warande, IX, 147, 150. Vs. 131-'3. Inl. W.L. DE VREESE, Bijdragen tot de kennis van het leven en de werken van Jan van Ruusbroec, bl. 10, 19. Vs. 3175-6. Vs. 1585-7. Ik dank de aanwijzing van deze plaats aan mijn vriend, Prof. PAUL FR

In deze aanhalingen uit Ruusbroec zijn ook de twee laatste beschrijvingsmiddelen reeds uitgeput: het licht, dat in duister verkeert, en de zuivere negatie, het afzien van alle weten. Het innigst heimelijke wezen Gods zijn duisternis te noemen, was reeds van den Pseudo-Areopagiet. En zijn naamgenoot, bewonderaar en commentator, de Kartuizer, werkt dien term uit.

Uitgave zijner werken door Prof. DAVID (Reeks: Vlaemsche Bibliophilen) 1856-'69. Voornaamste werk over hem van Dr. A.A. V. OTTERLOO, (Amsterdam, BRINKMAN, 1874). Eene tweede uitgave daarvan is bezorgd door Dr. J.C. VAN SLEE in 1896. Vermelding verdienen voorts: de Bijdragen tot de kennis van het leven en de werken van Jan van Ruusbroec.... door Dr. W.L. DE VREESE, (Gent, A. SIFFER, 1896); Jan van Ruusbroec's Taal en Stijl door Dr. H. CLAEYS, pr. (Gent, A. SIFFER, 1894); wat over R. gezegd wordt in B

Hier liggen ook Gerson's bezwaren tegen Ruusbroec, aan wiens eenvoudigheid hij niet gelooft, wien hij de meening van zijn Chierheit der gheesteliker brulocht verwijt, dat de volmaakte ziel, God schouwende, Hem niet enkel ziet door de klaarheid, die de goddelijke essentie is, maar dat zij zelve de goddelijke klaarheid is.

Bij Ruusbroec worden al de middelen tot uitdrukking van de mystische beleving nog plastischer aangewend dan bij de Duitschers. "Roept dan alle met openre herten: O gheweldich slont! Al sonder mont, Voere ons in dinen afgront; Ende make ons dine minne cont."

Gerson, De distinctione etc., I p. 55. Moll, Brugman. I p. 234, 314. Ecclesiasticus 24, 29; vgl. Meister Eckhart, Predigten no. 43, p. 146. 26. Ruusbroec, Die Spieghel der ewigher salicheit, cap. 7, Die chierheit der gheesteleker brulocht, 1. II c. 53, Werken, ed. Naar het hs. bij Oulmont, l.c., p. 277. Vgl. de bestrijding dier meening door James, l.c., p. 10 , 191, 276. Moll, Brugman, II p. 84.

Woord Van De Dag

ploats

Anderen Op Zoek