Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
De handjes kleefden in 't rotsel, grabden er in, besmeerden 't jurkje, sapten het slijk in de zwarte knijpvingers. De oogen groot, vochtig, keken zonder begrijpen naar de pijp en het vierkante gat. "Ga je weg, Moosie" snauwde Saartje: "mot je d'r invalle!" "Ta... Ta!... Ta!", dwong 't kind, de handjes strekkend naar 't riool.
De bodem was gezakt, het plaveisel was ingestort en het riool was in een diepen grondeloozen put veranderd; eensklaps verzonk er een man in, die met veel moeite weder werd opgehaald. Op raad van Fourcroy ontstak men op zekere afstanden, op plaatsen die genoegzaam schoon gemaakt waren, groote kooien met werk, dat in teer gedoopt was.
De ruiming ervan werd aan de plasregens overgelaten, die echter meer verstopten dan wegveegden. Rome liet zijn riool nog iets dichterlijks behouden en noemde het Gemonie; Parijs smaadde het zijne en noemde het 't "stinkgat." De wetenschap en het bijgeloof waren het eens ten aanzien van het afschuwelijke. Voor het stinkgat had de gezondheid niet minder afkeer dan de legende.
De twee luiaards brachten het even ver: ook zij werden door duiven opgegeten, en dus waren zij toch op eenigerlei wijze nuttig; maar de vierde, die naar de zon op wilde vliegen, die viel in een riool en bleef daar dagen en weken lang in het morsige water liggen, en zwol geducht op.
't Is een vergaan, elders dan in het water. 't Is de aarde, die den mensch verdrinkt. De aarde, van den oceaan doordrongen, wordt een valstrik. Zij vertoont zich als een vlakte en opent zich als een zee. 't Is de verraderlijkheid van den afgrond. Zulk een schrikkelijke gebeurtenis, die altijd op een of ander zeestrand mogelijk is, was dertig jaren geleden ook in het Parijsche riool mogelijk.
En dat weet ik zoo bizonder zeker door een droom, dien ik nooit vergeten ben. Op de bewaarschool bij Juffrouw Mina was er voor de kleine jongetjes geen urinoir. Die moesten maar, op een binnenplaatsje, in een vierkant steenen putje wateren, dat waarschijnlijk in een riool uitliep. Nu droomde ik op een keer, dat ik bij dat steenen putje stond, maar er lag een groen geverfd houten deksel op.
Bij het riool bleven ze zitten, Saartje den appel verknufflend in 't verschoten-groen rokje, de modderpitten zorgzaam wegwrijvend. Jan keek toe met den schop in de hand, Meijer, zeker van 't aandeel, sopte de kwakken terug in den put.
«Ik word zoo mooi dik!» zei de erwt. «Ik zal nog barsten, en verder, geloof ik, heeft geen erwt het ooit gebracht of zal het immer brengen. Ik ben de merkwaardigste van de vijf uit de schil!» En het riool was het met haar eens.
Maar Duimpje gaf het niet op, »misschien valt er met dien wolf wel te praten,« dacht hij, en hij riep hem toe uit zijn eigen buik: »lieve wolf, ik weet een lekker hapje voor je!« »Waar is dat te krijgen?« vroeg de wolf. »Daar en daar, je moet door het riool naar binnen zien te komen, en dan zal je zooveel spek en worst en koek vinden als je maar bergen kunt;« en hij beschreef hem heel nauwkeurig zijn vader's huis.
Maar hoe kwam het, dat hij, in de straat Chanvrerie gevallen, door den agent van politie aan den oever der Seine bij de brug der Invaliden was opgenomen? Iemand had hem uit de wijk der Hallen naar de Champs-Elysées gedragen. En op welke wijze? Door het riool. 't Was een ongehoorde opoffering! Iemand? Wie? 't Was die man, welken Marius zocht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek