Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Deschamps, IV no. 785, p. 289. Chastellain, V p. 217. Le Songe véritable, Mém. de la soc. de l'hist. de Paris, t. XVII p. 325, bij Raynaud, Les cent ballades, p. 1v . Commines, I, p. 295. Livre messires Geoffroi de Charny, Romania XXVI. Commines, I p. 36-42, 86, 164. Froissart, IV p. 70, 302; vgl. ed. Kervyn de Lettenhove, Bruxelles 1869-1877, 26 vol., V p. 513. Froissart, ed. Kervya, XV p. 227.
De uitgever van Deschamps' poëzie, Gaston Raynaud, neemt aan, dat al de gedichten van deze strekking, veelal onder de beste, die Deschamps maakte, zijn toe te schrijven aan zijn laatsten tijd, toen hij, ontzet van zijn ambten, verlaten en teleurgesteld, de ijdelheid van het hofleven zou hebben begrepen. Een inkeer zou het dus zijn. Zou het niet veeleer een reactie, een moeheidsverschijnsel zijn?
In den tekst van ons verhaal dieper in dit vraagstuk treden, zou ons in de vergelijkende literatuurgeschiedenis brengen. De mogelijkheid bestaat echter, dat voortgezet onderzoek de kennis onzer boerden en sproken zou kunnen bevorderen. Daarom voeg ik bij de aanwijzingen, in dezen door Dr. TE WINKEL gegeven; 1o eene verwijzing naar de Hist. Littéraire de la France, T. XXIII, 143, 201. 2o. De stof van den cnape van Dordrecht vindt men terug in het fabliau du fotéor (Recueil général et complet des Fabliaux van MONTAIGLON en RAYNAUD, I, 304). 3o. De stof der tot nog toe onuitgegeven boerde van Heile van Berseele vindt men, naar het schijnt, niet in de Fransche fabliaux, doch wel bij CHAUCER in The Miller's Tale (Canterbury Tales). De vraag mag gesteld worden, of CHAUCER onze boerde heeft gekend? Vgl. met het oog daarop ook in The Pardonere's Tale de passage aanvangend: "In Flandres whilom was a compagnie." Vgl. overigens over deze stof: Anglia, I, 38, 186; II, 135. (R. K
W. James, The varieties of religious experience, Gifford lectures 1901/2, London 1903, p. 318. Le livre des faicts, p. 398. ed. G. Raynaud, Société des anciens textes francais, 1905. Twee heidenen uit den roman van Aspremont. Les Voeux du héron vs. 354-371, ed. Soc. des bibliophiles de Mons, no. 8, 1839. Brief van den graaf van Chimay aan Chastellain, Oeuvres, VIII p. 266.
De parvulis ad Christum trahendis, ib. p. 281; Contra tentationem blasphemiae, ib. p. 246. Le livre du chevalier de la Tour-Landry, p. 80, 81, vgl. Machaut, Livre du Voir-Dit, p. 143ss. Ib. p. 55, 63, 73, 79. Nic. de Clemangiis, l.c. p. 145. Quinze joyes de mariage, p. 127, vgl. p. 19, 29. 124. Froissart, ed. Luce et Raynaud, XI p. 225ss. Chron. Montis S. Agnetis, p. 341; J. C. Pool, Frederik v.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek