Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Ik toonde mijne papieren: "Charmides, zoon van Lyzias van Epidaurus, handelsreiziger, op weg naar Thessalië, gehuurd hebbende vier postbuffels, wordt gemachtigd bij de halte van den vijf-en-twintigsten mijlpaal deze buffels te verwisselen voor wederom vier postbuffels..." Ze zien er afgetakeld uit, heer Charmides! zei de postmeester, naar de uitgeputte dieren kijkende.
Ik betaalde en Davus spande de vier frissche postbuffels voor. Hij zoû mijn menner zijn want er was er geen te huren, die naar Thessalië wilde. Het is overdreven, heer, meende de herbergierster; er gebeuren misschien wel eens vreemde dingen in Thessalië, maar niet iedereen wordt er behekst!
Bedelpriesters van de Groote Godin, Rheia Kubele, geleidden hun ezel, op wiens rug gesnoerd, in een kastje, het heilige beeldje. Ik wierp den priesters wat penningen toe. Des nachts sliepen wij in de herbergen: niet altijd waren de dienstmeisjes er hare eigene grootmoeders, neen.... Frissche postbuffels waren steeds te verkrijgen: de postdienst naar Thessalië was er goed geregeld.
De wagen rolde op zijn vier groote, goed gesmeerde wielen gelijkmatig over den gladden weg en de glanzende postbuffels, vier, trokken statig en stevig. Wij overschreden den grens van Locris. Wij reden vier dagen en rustten in veilige gehuchten des nachts. Voor roovers was geen reden te vreezen. Angst had ik voor roovers noch heksen. Het waren echter de eerste herfstdagen, vol huiveren wind.
Davus, uit de schuur bij de stadspoort, voerde de postbuffels en spande ze voor den wagen. Wij reden de stad door, zoekende naar de herberg, die de poortwachters hadden genoemd. Een bont krioelende menigte vulde de groote stad, wier breede straten met prachtige portieken en van vergulde Nikè's pralende paleizen voerden naar het forum.
De storm scheen gedaan, maar de nacht bleef zwart en de weg was niet meer dan vage, eindelooze bleekte, die zich verloor naar den horizon toe... Eindelijk, tegen den eersten schijn van den nieuwen morgen, zag ik, ginds, als een pleisterplaats. Ja, gelukkig: het was de posthalte, bij den vijf-en-twintigsten mijlpaal. Er was een herberg; ik zag het gedoe der stalling voor de postbuffels.
Ik kan dan in mijn wagen slapen, zeide ik; als je mij slechts wat voedsel kunt geven, en ook mijn dienaar en voerman voeden en zorgen voor frissche postbuffels.... Maar een prins ben ik niet; ik ben slechts een handelsreiziger en als zoodanig slechts kan ik je betalen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek