Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 april 2025


Zulk een ontaarding wordt opgemerkt bij den Poolvos, die zeer veel overeenkomst met ons Reintje vertoont, maar zich toch door levenswijze en gewoonten aanmerkelijk van hem onderscheidt; hij is een der onnoozelste en tevens een der indringerigste, een der domste en toch een der sluwste leden van het Vossengeslacht.

Evenals de Jakhals en de Poolvos nemen zij de meest verschillende voorwerpen, die zij bij het bezoeken van hare weideplaatsen vinden, naar hare holen mede en stapelen deze voor de ingangsopening in bonte verwarring opeen, als 't ware om als speelgoed te dienen.

De bronsttijd van den Poolvos valt in de maanden April en Mei. Omstreeks het midden of het einde van Juni werpt het wijfje in een hol of in een rotsspleet 9 of 10, soms zelfs 12 jongen. Bij voorkeur graven de moervossen hun hol boven op een berg of aan den rand er van.

Eenige nemen aan, dat dit dier twee maal verhaart; anderen, waarbij ik mij voeg, zijn van oordeel, dat het zomerhaar tegen den winter, als het fel koud begint te worden, eenvoudig verbleekt, zooals men dit bij den Sneeuwhaas en den Poolvos kan waarnemen.

Alleen wanneer er slecht weer ophanden is, of op plaatsen, waar hij zich niet recht veilig gevoelt, zoekt de Poolvos een schuilplaats in holen in het gesteente, of ook wel in door hem zelf gegraven gangen; hij verlaat deze dan alleen 's nachts, om op roof uit te gaan.

Deze zoogenaamde "Blauwe Vossen" moeten, evenals de bontgevlekte IJsvossen, beschouwd worden als verscheidenheden van den Witten Vos; deze komt het veelvuldigst voor. De Poolvos bewoont, zooals zijn naam aanduidt, het hooge noorden, zoowel van de Oude als van de Nieuwe Wereld, en is op de eilanden niet zeldzamer dan op het vastland.

H. Elliot, die gedurende het tijdperk van 1880-90 het Bering-eiland bezocht, en een studie heeft gemaakt van de hier levende pelsdieren en van de wijze waarop deze gejaagd worden, verhaalt van den Poolvos niets, wat aan de ervaringen van Steller herinnert, maar geeft van dit dier allerlei andere berichten. Zoo vernemen wij door hem, dat de bewoners van Attoe, het westelijkste eiland van den eilandenketen der Aleoeten, den Blauwen Vos opzettelijk in hun vaderland ingevoerd hebben, hem daar als het ware in vrijheid aanfokken, en veel zorg dragen voor het zuiver houden van het ras. De Gewone Roode Poolvos was op Attoe reeds uitgeroeid, toon de inboorlingen er de fraaie Blauwe Vossen van de Pribylow-eilanden brachten; andere Poolvossen, welker huiden minder waard zijn, kunnen op dit afgelegen eiland niet komen, waarheen voor hen niet eens door het ijs een brug wordt gebouwd; bovendien zorgen de inboorlingen er goed voor, dat het op hun eiland voorkomende ras niet bedorven wordt. Daar er geene nadeelige kruising kan plaats vinden, heeft het vel van de Blauwe Vossen van Attoe zijn schoonheid onverminderd behouden, gelijk algemeen erkend wordt; de inboorlingen brengen ieder jaar 200

Woord Van De Dag

debecque's

Anderen Op Zoek