Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
De verdedigers van Orléans komen het eerst te Rouvray aan; even voor het leger uit Blois en even voor het vijandig convooi onder leiding van Falstolf.
Eindelijk gelukte het zijne vrienden en bevelhebbers hem over te halen, om de stad van nieuwe levensmiddelen te voorzien. En hij slaagde daarin volkomen, zoodat de burgers van Orleans met nieuwen moed den strijd konden voortzetten. Bij een tweede poging van Karel, den 12en Februari 1429, om nogmaals levensmiddelen in de stad te brengen, werden zijne troepen verslagen.
Geen wonder, dat dergelijke geruchten bij de bewoners van Orléans een dankbaar gehoor vonden en gretig aanvaard werden: men gelooft zoo gemakkelijk, wat men vurig wenscht. Van hooger hand wordt geen poging gedaan, om de geruchten tegen te spreken; integendeel, men ziet, dat ze de bevolking weer bezielen met nieuwen moed en met een groot vertrouwen.
Men verwacht haar en ondanks het vergevorderd uur is de geheele stad op de been. De geestdrift, waarmede de bevolking van Orléans haar ontvangt, is eenvoudig onbeschrijfelijk. Voorafgegaan door een aantal toortsdragers rijdt Jeanne naast Dunois door de straten van Orléans, waarin zich eene dichte menigte heeft opgehoopt. In alle huizen heeft men de lichten ontstoken als even vele vreugdevuren.
Al die streken, Orleans, Parijs, Dieppe, Londen, waren dus in dien tijd onder water bedolven.
Hadden la Hire, Poton de Xaintrailles en William Stuart, de broer van den connétable van Schotland, hun zin kunnen volgen en met de burgerwacht van Orléans den vijand dadelijk aangevallen, zij zouden Falstolf, die aanvankelijk niets kwaads vermoedde, overrompeld en zich zonder veel moeite meester gemaakt hebben van het geheele convooi.
Zij drong er bij den koning op aan, dat deze thans den tocht naar Rheims zou ondernemen, maar Karel VII voelde zich daartoe nog niet machtig genoeg, hoewel zijn aanhangers bij den dag vermeerderden en men zich vol geestdrift onder de vanen der Maagd van Orleans schaarde.
Orléans binnen rijden, met eene uitdrukking op het gelaat, of zij met hare gedachten geheel in hooger sfeeren is.
Geen duidelijker voorbeeld van al de genoemde trekken dan het beruchte pleidooi, waarmede meester Jean Petit den hertog van Bourgondië trachtte te rechtvaardigen wegens den moord op Lodewijk van Orleans.
Het gezicht van de fiere jonkvrouw, die zoo vast geloofde aan de goddelijkheid harer zending, ontstak de Franschen in geestdrift. Onder hare leiding waren ze in waarheid onverwinnelijk. Waar zij hare witte banier liet wapperen, weken de Engelschen. Den 29 April van hetzelfde jaar was ze voor de poorten van Orleans, dat door den vijand werd belegerd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek