Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Altijd hooger, als het orgel van Gangelt: Sittard. Spotrijmpjes op steden en dorpen. Oostergoo het land, Westergoo het geld, De Wouden het verstand, De Steden het geweld. Dokkum is een oude stad, Een oude stad boven maten, Daarom verkoopt men anders niet Als taai en ook garnaten. De Amelander schalken, Die stalen eens drie balken s Avonds in den maneschijn, Daarom zal 't hun wapen zijn.
KAREL de groote verdeelde het Friesche rijk nu in een aantal landschappen, waarover hij Graven en Schouten aanstelde; de andere bestuurders, opperhoofden en regters werden door het volk gekozen. In het tegenwoordige Friesland ontstonden alzoo de Gouen of Graafschappen Oostergoo, Westergoo, Stavoren en een deel van Islegoo.
Daar de laatste hierover vooraf niet waren gehoord, namen zij in deze beslissing geen genoegen, terwijl ook Oostergoo zich tegen dien omslag verzette. ALVA vond dus goed, den 27 October en 8 November 1571 deze uitspraak te schorsen, en, na een nader onderzoek, de beslissing op te dragen aan den Stadhouder, Graaf van Megen, met eenige Raden van Overijssel.
Gaarne sloten zij dus in den volgenden jare een vredeverdrag of bestand voor twintig jaren, niet enkel met den Graaf, maar ook met de Ridderschap, Steden en Ingezetenen van Holland, Zeeland en West-Friesland; een verdrag, waarbij de voorwaarden geheel in het belang van Oostergoo en Westergoo gesteld waren, en waarbij de Graaf zelfs beloofde, dat zijne onderzaten de grenzen van Friesland niet zouden overschrijden, dan in geval van nood en om koophandel te drijven, waartoe zij zich echter enkel tot de drie marktplaatsen Harich, Kornwerd en Holwerd moesten bepalen . Later gaf de Graaf ook den Friezen volle vrijheid, om in Noord-Holland handel te drijven en de markt te Haarlem te bezoeken .
Reeds vroeger had men zulke breede zeeweringen langs de westkust van Oostergoo en den oostoever van Westergoo opgeworpen ter breideling van den breeden zeeboezem de ~Middelzee~ of het ~Boorndiep~. Ook had men Binnendijken of waterkeeringen in het land aangelegd, tot bescherming van sommige gedeelten, om de verspreiding van het vloedwater tegen te gaan.
"'t Is wel! doch uw mede-afgevaardigde, de zendeling van Oostergoo? Hij schijnt meer ten vrede geneigd." "Hij moge alleen gaan pruilen op zijn stins," hernam Adeelen: "Friesland heeft moedige zonen genoeg en zal hem niet missen. Wat de geestelijke huizen betreft...." "Daarvoor sta ik in," zeide vader Syard. "Hun afhangelingen zullen niet achterblijven op den dag des gevaars."
Hoewel aan dit geschil, door bemiddeling der Geestelijkheid, een einde werd gemaakt door een zoen, welke te Haarlem door den Graaf met Stavoren en Westergoo werd gemaakt, schijnt hij in Friesland weinig gezag te hebben uitgeoefend. Nooit is hij althans door Oostergoo erkend geworden, en welligt ook nooit in persoon in Friesland geweest om regten uit te oefenen.
"Zeker een verzuim; want moest ik, als gemachtigde, en ik durf zeggen als vertegenwoordiger van den Graaf, zoo op den rechtsdag van Oostergoo als opzichtens Kempenesse, Aldenum en Hofland, niet zitting op uwe landdagen hebben, ten einde mijne stem te kunnen uitbrengen in het belang der Heerlijkheid?"
En evenwel schonken zij Oostergoo, Westergoo of Stavoren nu aan de Bisschoppen van Utrecht, dan aan de Graven van Holland of aan die van Gelder en later weder aan den Markgraaf van Brunswijk en anderen, hetzij als eene belooning voor genoten diensten, hetzij tot kwijting van schuld of wel om andere redenen . De Friezen lieten hun regt daartegen somtijds wel gelden, doch bekreunden zich meesttijds daarover weinig of niet, en erkenden evenmin de geldigheid dier giftbrieven als zij gezind waren eenigen vreemden Landsheer, die zich aan hen wilde opdringen, te ontvangen; te meer, omdat zeldzaam iemand van die begunstigde personen zijne aanspraken deed of kon doen gelden, zoodat zij daarvan geringe of geene gevolgen ondervonden.
Langer dan drie weken werd deze stad vruchteloos belegerd, en zij gaf zich niet over, vóór de aanzienlijkste edelen van Oostergoo en Westergoo met WILLEM van Oostervant in het leger een verdrag hadden gesloten, waarbij ze zijnen vader wel tot Heer aannamen, en hem toestonden sloten en burgten in het land te bouwen en overheden aan te stellen; doch waarbij ze tevens uitdrukkelijk bedongen, dat de Friezen hunne goederen vrij zouden blijven bezitten, dat zij tot geene heervaart buiten 's lands zouden verpligt zijn, dat hun veiligheid van personen en goederen verzekerd werd, dat ze hun eigen Friesch regt zouden behouden enz.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek