Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Ik moet er nog op wijzen, dat de artt. 379 en 380 vorderen, dat het plegen van ontucht voor het voltooide misdrijf moet plaats gehad hebben. Proposition de loi "sur la prostitution et les outrages aux bonnes moeurs."
Het trekt daarbij onze aandacht, dat die plakkaten telkens strenger worden. De ordonnantie voor Holland en Zeeland in 1580 herinnert er aan, dat de schandelijke zonde der ontucht den toorn Gods verwekt en dus moet bestreden worden. De man, in overspel betrapt, is verder tot alle ambten onbevoegd.
En in het midden der smarten hoorde men haar uitroepen: «Heere Jezus! mijn ligchaam moge mijnen meester toebehooren, mijne ziel behoort U toe, en Gij wilt niet dat die zondigt door toestemmen in ontucht met mijnen vader en broeder. Heere! Gij hebt voor mijne zonden oneindig meer geleden dan ik ooit doen kan uit gehoorzaamheid aan Uw gebod. Daarom, Heere Jezus!
Toen in de 16e eeuw de strijd om het recht der priesters op het huwelijk opnieuw ontbrandde, en vele priesters zelf dit recht opeischten, verdedigde de beroemde en invloedrijke Fransche prelaat Gerson het liederlijk leven van het meerendeel der priesters en monniken als volgt: "Schendt een priester zijn gelofte van kuischheid, als hij ontucht bedrijft? Neen.
Juffrouw Laps wilde ook wat zeggen, maar ze werd in de rede gevallen: Zwyg, o gy vrouwe van de muren Jericho's, gy die 'n huis van ontucht bewoont op de wallen der stad... Maar dominee, de juffrouw woont onder-voor... Ja, en m'n vader was... Houd op met je gevlei... o gy Delilah-Rachab! En gy, vrouw... ik zeg u ... zoowaar de Heer leeft... dit meisjen is weggezonken...
Voor voltooiing van het misdrijf, bij art. 180 strafbaar gesteld, is het niet noodig, dat werkelijk ontucht gepleegd zij. Die Verhandlungen des Bordellwirts mit den anzuwerbenden Mädchen erscheinen mithin als Vorbereitungshandlungen zür Vermittlung, die Eröffnung von Gelegenheit. Erfolgte Unzucht ist nicht erforderlich." Het Duitsche Strafwetboek treft door art. 180 den bordeelhouder.
Mijn eerste argument is ontleend aan de feiten, zooals die zich voordoen in verschillende plaatsen en landen, waar bordeelen verboden zijn. Hier is natuurlijk slechts te letten op den invoer in die plaatsen en landen. Het blijkt nu, dat de strafbaarstelling van de huizen van ontucht luttel of geene uitwerking heeft.
De meisjeshandel vordert, dat het meisje integendeel niet weet, dat er ontucht met haar gepleegd zal worden. De uitdrukking "verleitet" in art. 202 verhindert mijns inziens eveneens, dat in het algemeen de meisjeshandel in dit artikel eene gerechte straf vindt.
Spoedig zullen in Duitschland jaarlijks meer lijkkisten dan wiegen zijn. Vreeselijk! Met cynisch welbehagen schreef kort geleden dan ook een Fransch blad: »Het Fransche volk kan rustig zijn, in Berlijn doen ongeloof, ontucht en echtbreuk even goed hun werk als in Parijs." Het blad raadt dan ook aan, Duitschland niet met kanonnen te bedreigen, maar met zedelooze romans te overladen.
Het eerste lid van artikel 250bis omschrijft een daad van meisjeshandel duidelijk; het omvat alle feitelijke bestanddeelen. Het oogmerk bestaat om de vrouw aan een leven van ontucht over te leveren terwijl haar dit oogmerk verzwegen wordt. Deze verzwijging kan niet geschieden, terwijl er geen intentie bestaat om daardoor het bewuste oogmerk te bevorderen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek