Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
Nu ze hem weer had, hèm dien ze 'n uur geleden als 'n lief, ónvleeschelijk wezen gezien nu ze z'n verzakt boord, ongeschoren kin, bevuilde kleeding, in rauwe werkelijkheid aanschouwde, nu ze zich zelf ten spot voelde in zijn pantalon, nu kregelde in haar de rijpe verdrietigheid, dat 't per slot van rekening alles zijn schuld was, eene schuld niet te zoenen door 'n speech van den burgemeester.
"Mijn naam is McCoy", kwam het antwoord, en het geluid ademde zachtheid en medelijden. "Ik bedoel, ben je de loods?" McCoy liet de zegening van zijn blik gaan over den langen, zwaar-geschouderden man met het verwilderde, ongeschoren gezicht, die naast den kapitein was komen staan. "Ik ben even goed loods als iemand anders", was het antwoord van McCoy.
Geheel uit het veld geslagen door de verschijning van dezen ongeschoren, als een zwerver uitzienden man, besluiten enkelen van het comité er stil van door te gaan. Een van de heeren offert zich op, daar hij begrijpt dat men Verlaine, die onze taal natuurlijk niet machtig is, niet aan zijn lot kan overlaten.
Toen zijn dokter hem de laatste maal bezocht, toen scheen hij, met zijn rooden sjaal op den chambercloak, en zijn reisdeken over de beenen, met de wanordelijk gekamde haren en den ongeschoren baard, een man van ruim vijftig jaren voor 't minst; thans echter zal men hem niet meer dan hoogstens veertig geven.
Tranen had hij in zijn oogen, ongeschoren waren zijn kin en wangen, het magere gezicht was nog magerder dan anders en om zijn hoofd had hij, als een tulband, natte doeken gewikkeld. Hij was, zooals hij daar lag en zich gedroeg, een toonbeeld van de diepste menschelijke ellende. Toen dacht ik een oogenblik dat hij niet toerekenbaar meer was en kreeg medelijden met hem.
Boeren, slagers, veedrijvers, marskramers, jongens, dieven, leegloopers en zwervers van de allerlaagste soort wriemelden door elkaar; het gefluit van de drijvers, 't hondengeblaf, het loeien en stampen der ossen, het blaten van schapen, het knorren en gillen van varkens, geroep van marskramers, geschreeuw, gevloek en getwist aan alle kanten; het luiden der klokken en het stemmengerucht, dat uit iedere herberg kwam; dringen, stooten, jagen, ranselen, jouwen en schreeuwen; het leelijke onwelluidende rumoer op elken hoek van de markt en de ongewasschen, ongeschoren, vuile gedaanten die onophoudelijk heen en weer renden, nu eens in het gewoel verdwijnend, dan er weer uit te voorschijn komend, dit alles schiep een verbijsterend tooneel, waarin zich de zinnen verwarden.
En hoewel hij nog zeer welvarende was, toen wij hem het laatst in ongeschoren toestand gezien hadden, was hij, nu wij hem het eerst in geschoren staat terugzagen, hoogst ongesteld. Grootvader trilde zoo, en deed zoo raar met de oogen. Grootmoeder vroeg: "Grootvader, is er iets?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek