Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 september 2025
"Zijt gij het, ongeluksvogel?" vroeg Deodaat: "gelooft gij, dat een der onderzaten van Graaf Willem nog met uwe hulp gediend zal wezen na al de ellenden, die gij hem en zijn huis voorspeld hebt?
Het is een Friesch edelman, en mild heeft hij mij betaald: 't speet mij maar, dat zulk een deugdzame kolder om het lijf van een stuggen Schieringer sluiten moest." "Is het die ongeluksvogel?" zeide Claes Gerritsz, "die ons voor drie dagen zooveel spels gemaakt heeft! Ware ik gij geweest, ik had al de spijkers in het harnas gelaten, zoodat hij er ingezeten had als Velzen in zijn vat.
"Ja! ongeluksvogel, die liever gaat wandelen, in plaats van hier te blijven!" "Gaan wij vertrekken?" herhaalde ik met eene zwakke stem. "Ja! overmorgen ochtend met zonsopgang." Ik kon het niet langer aanhooren en vluchtte naar mijn kamertje.
In de pendoppo komt de vader van Jachman de binnentredenden tegemoet. De oude is in zijn tijd zelf loerah geweest, en treedt met een zekere waardigheid op. Hij ziet er uit als iemand die een kleinen tegenslag in zaken gehad heeft, maar vertrouwt dien spoedig te boven te komen. Jachman, de ongeluksvogel, zit neerslachtig tegen den muur gehurkt.
»Nog wat geduld; ik kom bij u." Zooals men ziet, ontbrak goede raad dien ongeluksvogel niet. Van boven en van beneden werd hij tot hem gericht. Wat kon hij meer willen? »Wees vooral niet bevreesd," riep Hulda. »Neen, dat ben ik niet." »En niet te ongeduldig zijn," riep Joël. »Dat ben ik ook niet; maar drommels haast u!" »Wij zullen u redden," riep de berggids.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek