Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


Dit gedeelte van den grond was bergafwaarts over ruim een meter verschoven, terwijl aan de bovenzijde der afschuiving talrijke barsten ontstaan waren en aan de onderzijde de grond ineen en omhoog gedrukt was.

Aan de bovenzijde van den kop, op den rug en aan den wortel van den staart is de haarkleur een mengsel van grijs en zwart. Aan de geheele onderzijde heeft de vacht een vuil witachtig grijze kleur. De kleur van de fladderhuid wisselt af van zwartbruin tot kastanjebruin aan de bovenzijde, de randen zijn licht aschgrauw, de onderzijde is grijs met een eenigszins geelachtige tint. De staart is zwart.

De aanmerkelijk kortere ondersnavel ziet er dik, korfvormig uit, is slechts weinig lager of zelfs hooger dan de bovensnavel en in 't midden van de onderzijde dikwijls met een flauwe, overlangsche kant voorzien, die de kinhoek aanduidt.

De veeren van de bovendeelen zijn aschgrauw, op den rug met een bruinachtig waas overtogen, op de kruin en in den nek bruinachtig dofzwart, aan de onderzijde wit, aan de zijden van de borst licht roestkleurig; de slagpennen en stuurpennen zijn dof zwartbruin; de smalle buitenvlag van de buitenste stuurpen is wit, de breede binnenvlag vertoont aan de spits een witte, wigvormige vlek van dezelfde kleur, de tweede stuurpen heeft een witte vlek op het midden van de spits.

Bovendien zijn bij deze de dekvederen aan de onderzijde van den vleugel wit, bij gene daarentegen bleek roestgeel; de dekvederen van de bovenzijde van den vleugel onderscheiden zich voorts bij de Zanglijster door vuil roestgele vlekken aan de spits. Het wijfje en het mannetje verschillen van elkander alleen door de grootte.

De veeren van de bovenzijde zijn donkerbruin, die van de onderzijde roest-geelachtig wit, aan de keel en het midden van de borst lichter. Het oog is donkerbruin, de snavel donkerbruin, aan de onderzijde geel, de voet bruinachtig.

Totale lengte 50, vlucht 110, staartlengte 12 cM. Bij de jonge Vogels zijn ook de veeren van de onderzijde blauwachtig. Deze soort bewoont de Noordelijke IJszee en komt uiterst zelden in zuidelijker zeeën.

De bovenzijde is op bruinzwarten grond geteekend met een breede, roestgele streep, die over het midden van den kop loopt en vier lange, roestgele strepen, die zich over den rug en de schouders uitstrekken, bovendien met roestkleurige vlekken en dwarsbanden op alle veeren; de onderzijde is wit, de voorhals grijs en, evenals de bovenborst en de zijden, bruin gevlekt.

In het winterkleed is de onderzijde witachtig, aan den krop met kleine, zwarte, overlangsche, op de zijden van den romp met dwarse, grijsbruine vlekken; de bovendeelen zijn dan bruingrijs.

In de bosschen ten westen van den Missouri is het niet bijzonder zeldzaam, in de oostelijke gewesten daarentegen is het nagenoeg uitgeroeid. Dit onderscheidt zich door een ineengedrongen romp en den korten, afgeplatten of verbreeden staart, die aan de bovenzijde met stekels, aan de onderzijde met borstels bezet is.

Woord Van De Dag

uitgekregen

Anderen Op Zoek