United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben geen poesje, zooals die allerliefste nufjes, die zoo glad en zoo fijn voor den dag komen, niet dan fulpen pootjes toonen, kopjes geven en zoetelijk streelen, maar die boosaardig en valsch zijn, en die de nagels uitslaan als men dat het minst verwacht.

Ik heb freule Mordaunt wel hooren beschuldigen van bruske manieren en onvoorzichtige gedragingen, maar zij is bekend om hare oprechtheid, die door hare dusgenoemde vriendinnen als impudentie wordt beschouwd, want zij heeft niet als onze nufjes den tact om met zoete woordekens impertinenties te zeggen. Mogelijk komt gij achter de waarheid, als gij haar die zelve ronduit vraagt.

Natuurlijk was deze bedreiging van den eerzamen Laurens niets dan scherts, en dit wisten de nufjes ook zeer goed; want bijna allen hadden die bij vorige gelegenheden meer gehoord: doch zij wisten tevens, dat het tot hare rol behoorde, bij die gelegenheid op de vlucht te gaan, alsof zij wonderwat te vreezen hadden.

Zo dat ik maar zeggen wil, dat ik alle daag aan uw huis kom, om met u eens alleen te spreken: maar ik heb zo veel te horen, te kyken en te gapen, en zo myn spikkelatie met die drie Nufjes van meisjes, die, de een voor, de andre na, in en uit kwispelen en kissebissen; en dan moet ik er de vreugd in maken, en er zo eens wat meê dollen; en dan zit gy daar als de Roze van Saron in 't midden, sprekende, onderrichtende, goedkeurende, minzaam ziende. ô Mevrouw, ik wou, dat onze Schilder Troost nog leefde; ik liet die groupe schilderen, om er myn Familiestuk van te maken, mits dat ik er ook in mogt, met Snap zo by me.

Ik weet heel goed, dat ze mij hier in den omtrek nawijzen als een kozak of een cavalerie-officier, omdat ik met meer gemak paard rijd dan de steedsche nufjes, en dat ze mij overal aangapen als een kermiswonder, omdat ik de vrijheid neem mij te kleeden naar mijne conveniëntie, en niet naar hun smaak."

Op elke tiga zit de "toekang mesjien," de reizende kleermaker, die met een Wheeler en Wilson op het hoofd van de eene tiga naar de andere wandelt, overal met ongeduld verbeid, en been-kruiselings zich neerzet in de schaduw van een uitgespannen ossenkar om badjoes en broeken in elkaar te flansen en om de blauwe jakjes van Bataksche nufjes te versieren met rijen lichtblauw stiksel.

Bedeesd en beschroomd komt de jonge V. de dames ten dans vragen: de nufjes zien hem naderen en verschuilen zich achter de andere dames, of dringen zoo diep zij kunnen tusschen de menigte om zijn lastig aanzoek te ontwijken.