Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 oktober 2025
De achterzijde van het paleis is gebouwd op de ruïnes van een tempel aan Minerva gewijd, en het geheel maakt nog den indruk een sterk gebouw te zijn geweest, waarin de normandische heeren die het eenmaal hebben bewoond, zich weken en maanden hebben kunnen verdedigen tegen de aanvallen van Saracenen of andere naburige volken, en dat meer had van een vesting dan van een comfortabel paleis.
't Is werkelijk een zeer oude Normandische familie, uit de generaliteit van Caen. Vóór vijf eeuwen leefden Raoul de Faux, Jean de Faux en Thomas de Faux, die tot den adel behoorden, en een hunner was heer van Rochefort. De laatste was Guy van Etienne Alexandre, "mestre-de-camp," en nog iets bij de chevau-légers van Bretagne.
Er ontstond eenig gemor onder de dames van Normandische afkomst, die even weinig gewoon waren, eene Saksische schoone voorgetrokken te zien, als de edelen, een nederlaag te ondervinden in de ridderspelen, die zij zelven hadden ingevoerd.
De achterzijde van het paleis is gebouwd op de ruïnes van een tempel aan Minerva gewijd, en het geheel maakt nog den indruk een sterk gebouw te zijn geweest, waarin de normandische heeren die het eenmaal hebben bewoond, zich weken en maanden hebben kunnen verdedigen tegen de aanvallen van Saracenen of andere naburige volken, en dat meer had van een vesting dan van een comfortabel paleis.
Niet wetende hoe het met de strijd gelegen was, stelde hij zich voor dat zijn mannen ongetwijfeld de overhand hebben moesten, want hij zag er geen terugkomen. Onderwijl zond hij Mijnheer Louis de Clermont met vierduizend Normandische ruiters door de Neerlander om de Vlaamse slagorde op de linkervleugel aan te vallen.
Maar de Normandische edelen, hoe weelderig ook, waren over het algemeen niet onmatig. Zij zochten de genoegens der tafel in de keur der spijzen, maar vermeden de overdaad, en plachten den overwonnen Saksers gulzigheid en dronkenschap te verwijten, als ondeugden aan hun minderen stand eigen.
XIII, is de oorsprong van de Lanceloet-legende te vinden in een van die vele Bretonsche liederen, de beroemde "lais bretons", welke de minnezangers van Wales en Bretagne in de 12e eeuw plachten te zingen in de kasteelen der Normandische en Fransche edelen en die zooveel hebben bijgedragen tot de verspreiding der Arthur-sagen.
Izaäk zag, evenals de rijk geworden reiziger, in de satire van Juvenalis, in zijne verbeelding overal roovers, daar hij overtuigd was dat de stroopende Normandische edelman en de Saksische vrijbuiter beiden hem als wettigen buit zouden beschouwen.
Hier werd haar beschrijving plotseling afgebroken door het teeken tot de bestorming, dat door een schellen horen gegeven, en dadelijk beantwoord werd door het geschal der Normandische trompetten van de wallen, hetwelk, vermengd met het dof en hol geluid der mossels (een soort van pauken) trots de uitdaging van den vijand beantwoordde. Het geschreeuw van beide partijen vermeerderde het gedruisch, daar de aanvallers riepen: "St. George voor Engeland!" en de Normandiërs antwoordden met het geroep van: "En avant De Bracy! Beauséant! Beau-Séant! Front-de-Boeuf
Dit wilde de ridder vooral verhinderen, omdat hij verzekerd was, dat de lieden, die hij aanvoerde, als driftige en ongeoefende vrijwilligers, slecht gewapend en niet aan krijgstucht gewoon, in een plotselingen aanval met groot nadeel zouden vechten tegen de geoefende soldaten der Normandische ridders, die goed voorzien waren met wapens zoowel voor de verdediging als voor den aanval; en die volkomen vertrouwen stelden op de kracht, die volmaakte krijgstucht en gedurige oefening verleenden in den strijd tegen de ijverige en vurige belegeraars.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek