United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit is gebleken bij gevangenen, die, jarenlang van het daglicht beroofd, in eene bijna volslagen duisternis leerden zien en onderscheiden; doch wier optische gevoeligheid hierbij zoodanig was toegenomen, dat zij niet dan met de uiterste omzigtigheid allengs aan een sterkeren lichtprikkel mogten worden blootgesteld. Gij ziet: zij waren nachtdieren geworden.

Als nachtdieren brengen zij wel is waar den geheelen dag door zonder zich te bewegen; reeds in de schemering echter worden zij wakker en 's nachts zwerven zij rond, wel is waar langzaam, maar toch niet lui, door een grooter of kleiner gebied al naar dit tot bevrediging van hunne behoeften noodig is.

De Honden zijn zoowel dag- als nachtdieren, en voor beide tijden even goed uitgerust; zoowel des daags als des nachts wakker en vlug. Als het hun toegestaan wordt, jagen zij op klaarlichten dag zoowel als 's nachts, en vereenigen zich gaarne tot groote gezelschappen. In 't algemeen is gezelligheid een grondtrek van hun karakter, en deze heeft een zeer grooten invloed op hunne gewoonten.

Die Halfapen echter, welke in den volsten zin van het woord nachtdieren zijn, blijven voortdurend droefgeestig en slaperig; zelfs de meest zorgvuldige verpleging wordt door hen slechts zeer zelden beantwoord met bewijzen van erkentelijkheid.

Wegens den zeer verschillenden lichaamsbouw van de Buideldieren zijn er in hun levenswijze weinige overeenkomstige verschijnselen op te merken: sommige zijn roovers, andere voeden zich met planten; vele leven op den vasten bodem, andere op boomen, eenige zelfs tijdelijk in 't water; de meeste zijn nachtdieren, sommige zijn ook over dag werkzaam.

Op een avond bij helderen maneschijn waren waarschijnlijk duizenden Guacharos uit hunne onderaardsche woningen naar het woud getogen; want het geschreeuw groeide aan tot zulk een ontzettend getier, dat alle andere stemmen van nachtdieren daarnevens in 't niet verzonken en wij een gewaarwording kregen, alsof erboven onze hoofden in de lucht een vreeselijke strijd werd uitgevochten.

Eerst als de ware, donkere nacht ingevallen is, lang na de schemering, herkrijgt hij zijn opgewektheid en komt uit zijn "donkere kamer" te voorschijn, schijnbaar nog steeds vervuld van den angst, dat de een of andere lichtstraal hem zou kunnen treffen. Het schijnsel van een kaars, dat andere nachtdieren niet de minste bekommering baart, doet hem snel terugvluchten.

De meeste Beren zijn nachtdieren of halve nachtdieren, gaan na zonsondergang op roof uit en brengen den geheelen dag slapend door in hunne schuilplaatsen. Meer dan alle overige Roofdieren zijn de Beren, naar het schijnt, alleseters in den volsten zin van het woord; zij kunnen zich geruimen tijd achtereen uitsluitend met plantaardige stoffen voeden.

Bij de meeste soorten is het lichaam slank, bij eenige zelfs buitengewoon schraal; bij genen herinnert de kop door de lengte van den snuit eenigszins aan dien van een Hond of Vos, bij dezen heeft hij iets eigenaardigs dat alleen bij nachtdieren aangetroffen wordt, b.v. bij Relmuizen, Vliegende Eekhoorns, Nachtapen of Uilen.

De meeste leden dezer familie zijn overdag bezig, eenige weinige soorten zijn schemering dieren of echte nachtdieren. Zoowel deze als gene zijn in wakende toestand vlug en behendig; toch zijn er onder hen uiterst trage soorten, als 't ware de Orang-Oetans van de Nieuwe Wereld.