Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


Van den rijken graaf van Mountjoy was de arme Erasmus door de zee gescheiden, Frankrijk en Duitschland durfde hij om de pest, die telkens opdook, niet bezoeken. Zoo was hij, in betrekkelijke armoede, gedwongen van het reizen voorloopig af te zien. Een zekere onvoldaanheid is in de brieven uit deze periode dan ook onmiskenbaar, en geenszins onverklaarbaar.

Al bleef de keizer vaak in gebreke hem zijn jaargeld te doen uitbetalen, geldgebrek had hij in dezen tijd geenszins. Behalve geregeld de jaargelden van zijn Engelsche vrienden Warham en Mountjoy ontving hij talrijke geschenken, niet zelden in geld, van vorsten, kardinalen, hertogen, bisschoppen. Twee malen zond paus Clemens VII hem 200 goudguldens.

Het doel waarvoor die prelaat hem wilde gebruiken werd gemist, en het eenige wat de ex-sekretaris bij zijn wisselen van loopbaan gewonnen had was, dat hij zich naar Parijs had kunnen verplaatsen. Zijne studiën kon hij daar voortzetten ja, en door het geven van privaatlessen aan een rijken engelschen knaap of jongeling, lord Mountjoy, er in zijn onderhoud voorzien.

Als schilderij is de brief aan lord Mountjoy, geschreven in de eerste dagen eener Februarijmaand, onder het invallen van een halven dooi na lange en felle vorst, een keurig nederlandsch wintergezigt. De beschrijving vraagt geen andere toelichting dan dat het kasteel Cortgene vlak tegenover Veere lag, en het vaarwater tusschen Walcheren en Noord-Beveland tijdelijk eene ijsbaan aanbood.

Doch de bisschop liet hem dan toch naar Parijs gaan, om zijn studiën te voltooien. Het strenge régime, de slechte kost en het armzalig logis in het collegium Montaigu waarin hij zich liet opnemen bezorgden den toch al niet sterken jongen man een ziekte, waarvoor hij in de Nederlanden herstel zocht. Lord Mountjoy en Thomas Grey.

Twee of drie zijn gerigt aan den zeeuwschen gouverneur van den kleinen Adolf van Bourgondië, Jacobus Battus, vriend van Erasmus' jongelingsjaren, man van niet gewone bekwaamheden, door den dood weggenomen eer hij zijne volle maat had kunnen geven. Een voert het adres van den jongen Mountjoy, Erasmus' engelschen élève te Parijs. Een het adres van prinses Anna zelve.

Erasmus telde op dat tijdstip, naar de gewone berekening, tweeënveertig jaren; had Rome en Venetië gezien; had te Turin den dokterstitel gehaald; zou in Engeland bij lord Mountjoy of bij Thomas Morus gaan logeren, buiten; werd op dat oogenblik door zorgen noch ziekte gekweld; en was, nog onberoemd, juist in de stemming een werk der verbeelding te dichten, waarin hij onder den sluijer der allegorie den vrijen teugel vieren kon aan zijne luim.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek